Ventilatie, het ventileren van uw woning

Woningverbetering is een goede zaak!  Het aanbrengen van tochtstrippen in buitendeuren, het dichten van kieren en naden langs kozijnen, het afdichten van de brievenbus met borstels, is prima en draagt bij tot energiebesparing!

Maar let op!  Zorg wel dat er goede ventilatie in uw woning blijft. Heeft u geen mechanische ventilatie en maakt u in een ‘oude woning’ alle kieren dicht, vergeet dan niet aan ventilatie te denken. Plaats roosters in de ramen daar waar nodig!

Goed ventileren is namelijk nodig voor je gezondheid. Toch gebeurt dit vaak onvoldoende. Een op de tien woningen in Nederland heeft last van schimmelvorming en in veel huizen is binnen meer fijnstof aanwezig dan buiten. Ventileren kan en moet beter.

 

Per persoon 7 liter per seconde ventileren (=25 m³/h)

M.b.t. de gezondheid wordt een ventilatie van 7 liter/seconde per persoon geadviseerd.
4 personen geeft dus 100m³ per uur ventilatie.  In CO2 uitgedrukt mag er maximaal 1000 tot 1200 PPM CO2 in het vertrek voorkomen. Vuile lucht moet het huis uit en schone lucht moet aangevoerd worden. Vervuilde lucht in huis versterkt allergieën, luchtwegproblemen en irritatie van slijmvliezen, zeker bij ouderen en mensen die al ziek zijn. Door ventilatie verlaagt de concentratie vervuiling in de lucht; helemaal te voorkomen is vervuiling niet. Ventilatie kost wat energie, maar het is geen verspilling: het is hard nodig voor je gezondheid.  Soms zelfs brengt ventileren ook nog de ‘stookkosten’ omlaag ! In slecht geventileerde woningen kan namelijk veel vocht ontstaan, ramen en muren worden ‘vochtig’ en het ‘droog stoken’ van vocht kost meer energie dan een juist geventileerde woning verwarmen!  Verse buitenlucht heeft ongeveer 400 PPM CO2.

 

(De Energieambassadeur kijkt tijdens zijn/haar bezoek ook aan de ventilatie van uw woning).

 

ventilatie roosters laat deze voldoende open

 


Tips in het kort:
 

  • Zorg dag en nacht voor aanvoer van frisse lucht via (klep) raampjes of ventilatieroosters en zorg dat die lucht ook door je huis kan stromen, via ruimte onder de binnendeuren.  Maak die ruimte dus niet dicht!
  • Ventileer extra (bijvoorbeeld met een extra open raam of het ventilatiesysteem op de hoogste stand) als je kookt, doucht en klust in huis, en als er veel mensen zijn.
  • Rook niet in huis.
  • Verminder vocht in huis: droog de was liever buiten, kook met de deksel op de pan en droog vloeren na het dweilen.
  • Voorkom schadelijke stoffen in je woning: Gebruik milieu vriendelijke verf en bouwmaterialen bij het klussen.
  • Zorg dat een geiser een afvoer heeft naar buiten, laat de schoorsteen van een open haard regelmatig vegen, zorg voor voldoende luchtaanvoer tijdens het stoken en laat uw verwarmingstoestel jaarlijks controleren
  • Heb je mechanische of balansventilatie? Laat dit elke 2 jaar onderhouden en maak het regelmatig schoon.
    (Vooral bij balansventilatie moeten ook de 'inblaas kanalen' 2 jaarlijks worden schoongemaakt)

reinigen van ventilatie roosters


Ventilatie badkamer advies:

De eis voor een badkamer is dus 50 m³/h maar is dat ook genoeg na een ‘natte douche’ ?
In de badkamer is het belangrijk om condens en schimmels te voorkomen.


Ventilatievoud.

Een goede vuistregel voor voldoende ventilatiecapaciteit voor de ventilatie hier is een ventilatievoud van vier.

Een ventilatievoud van vier houdt in dat de inhoud van de ruimte vier keer per uur wordt ververst. Dat bereken je op de volgende manier; Stel een badkamer is 2 meter breed, 4 meter lang en 2,5 meter hoog. De inhoud van de ruimte is dan 2 m x 4 m x 2,5 m = 20 m3. Om goed te ventileren moet dan 4x 20 m3 = 80 m3/h geventileerd worden.


Een raam open zetten lijkt handig, maar is dat vaak niet. Buitenlucht is vaak kouder en vochtiger dan de lucht in huis en neemt daardoor veel minder vocht op. Zelfs in de zomer is een open raam niet genoeg om schimmelvorming te voorkomen, ventileren is dan beter. Zorg ervoor dat de aangezogen lucht ook de badkamer in kan komen. Dit kan bijvoorbeeld door een kier onder de deur, of door een overstroomrooster in de deur. Zo komt reeds verwarmde en relatief droge lucht de badkamer binnen, en daalt de relatieve vochtigheid.

Ventilatie .. iets dieper er op in gaande...

Slechts een gedeelte van de verwarmingskosten (in de koude periode) komt door ventilatie. Tot vandaag de dag zijn de meeste verwarmingskosten toe te wijzen aan ‘de schil van de woning’: De vloer, de muren, beglazing en het dak. Hoe beter de woning geïsoleerd wordt, hoe minder makkelijk het warme binnenklimaat warmte over kan dragen aan de koude buitengevel van de woning. Maar omdat woningen langzamerhand steeds beter worden geïsoleerd neemt het deel ventilatie-opwarmkosten percentagegewijs natuurlijk wel toe. Daarnaast zal in de toekomst het opwarmen van tapwater percentagegewijs een groter aandeel krijgen op het totaalplaatje


In Nederland kennen we voor woningen 4 type ventilatie:

  • Systeem A.
    Natuurlijke toevoer via roosters en/of klapramen in kamers en natuurlijke afvoer via kanalen uit toiletruimte, douche/badruimte en keuken.
  • Systeem B
    Mechanische toevoer naar kamers en natuurlijke afvoer via kanalen uit toiletruimte, douche/badruimte en keuken.
  • Systeem C
    Natuurlijke toevoer via roosters en/of klapramen in kamers en mechanische afvoer via kanalen uit toiletruimte, douche/badruimte en keuken.
  • Systeem D
    Mechanische toevoer naar kamers en mechanische afvoer uit kamers en/of mechanische afvoer via kanalen uit toiletruimte, douche/badruimte en keuken. Bij dit systeem wordt in Nederland vrijwel altijd warmteterugwinning uit afvoerlucht toegepast.(D Variant)

Ventilatiehuis ABCD ventileren moet

  • In, voornamelijk oude woningen, was er spraken van systeem A; natuurlijke ventilatie.

Bij natuurlijke ventilatie wordt er gebruik gemaakt van de luchtstromen die spontaan in de woning ontstaan: de trek. Deze wordt versterkt door hoogteverschil. Daarnaast is er altijd een drukverschil tussen beide zijden van een gebouw en er stroomt altijd lucht over het gebouw. Natuurlijke ventilatie werkt dan als volgt: op het dak staan luchtpijpen die zo ontworpen zijn dat ze zelfs bij windstilte voldoende trek hebben. Door het maken van spleten van 1 cm onder de deuren kan de lucht vrij stromen in het gebouw. Frisse lucht komt van buiten door ventilatieopeningen (klapraampjes, roosters, luchtpijpen) verdekt boven de ramen of in de gevels of vroeger gewoon langst naden en kieren. Er zijn ook zelfregulerende (winddrukafhankelijke) roosters die zichzelf deels sluiten indien het te hard gaat waaien.

 

  • Systeem B wordt in Nederland eigenlijk niet toegepast (maar kan worden vergeleken met systeem C).

Systeem C  Natuurlijke toevoer / mechanische afzuiging, dit is het meest toegepast in ons land en is vanaf eind jaren 70 gemonteerd in de nieuw bouw. Op zolder hangt meestal een ventilator box die middels kanalen lucht aanzuigt vanuit toilet, keuken en douche. Vaak op een constant toerental, en tijdens douchen of koken tijdelijk te verhogen naar een hogere hoeveelheid afzuiging. Inmiddels heeft ook ‘slimme sturing’ zijn intrede gedaan: De ventilator wordt op een minimaal toerental gehouden maar toert op als een CO2 en/of vochtigheidsmeter signaleert dat dit nodig is. Dit voorkomt het onnodig ventileren en zorgt voor onnodig te veel ventileren. Ook lucht inlaat roosters kunnen op deze manier worden gestuurd.

 

  • Systeem D bestaat uit mechanische toevoer en mechanische afvoer.

Dit systeem kent meerdere varianten, vaak wordt het gebruikt met een WTW (Warmte Terug Win) wisselaar. De afgezogen warme lucht (uit de woning) verwarmt dan middels een wisselaar de lucht die van buiten aangezogen wordt en komt zodoende voorverwarmt de woning in. Vaak worden enkele aanzuig en enkele toevoer punten gebruikt. Men zuigt bijvoorbeeld af in keuken, woonkamer en badkamer, en voert lucht toe in het trappenhuis.
Dit kan met een vast debiet (altijd op hetzelfde toerental) of met een verhoogd toerental tijdens badkamer gebruik, of middels een CO2 meting in de hoofdvertrekken.

In luxe woningen wordt soms een systeem gemaakt dat per vertrek de luchtkwaliteit regelt: per vertrek worden kleppen in de lucht kanalen geplaatst en gestuurd, het toerental van de ventilator past zich automatisch aan de behoefte aan. In ieder vertrek komt een CO2 meter en zorgt voor ventilatie wanneer dit nodig is. Een vertrek dat nauwelijks wordt gebruikt hoeft zo doende minder tot niet geventileerd te worden.

Een goede WTW unit kan een rendement tot 95% halen. De verwarmingsinstallatie hoeft dan dus maar 5% van de binnengekomen ventilatielucht op te warmen, bij een mechanische afzuiging van type C moet alle binnenkomende lucht worden verwarmt. Immers deze komt ‘koud van buiten’ naar binnen door de roosters, de warmtepomp of ketel moet het vertrek dan dus meer opwarmen.


Bouwbesluit en ventilatie

We dienen het verschil te weten tussen verblijfsgebied en verblijfsruimte:

 

Verblijfsgebied.

Een verblijfsgebied (afgekort VG) is in Nederland volgens het bouwbesluit de bouwkundige term voor een deel van een gebouw, waar ten minste één verblijfsruimte deel van uitmaakt. Een verblijfsgebied kan ook uit één of meer ruimtes bestaan die zich op dezelfde bouwlaag bevinden en anders zijn dan een verkeersruimte, badruimte/sanitaire ruimte, toiletruimte en technische ruimte. Deze ruimtes vormen binnen een verblijfsgebied een groep. Volgens het Nederlandse Bouwbesluit moet minimaal 55% van de gebruiksoppervlakte van een gebruiksfunctie een verblijfsgebied zijn.

 
Verblijfsruimte.

Een verblijfsruimte is een ruimte in een gebouw waarin de mensen verblijven of waarin activiteiten plaatsvinden volgens de gebruiksfunctie. Een verblijfsruimte maakt altijd deel uit van een verblijfsgebied. Een verblijfsruimte heeft een woonfunctie, denk aan  de woonkamer, keuken en slaapkamers. Ruimtes die daar niet onder vallen zijn bijvoorbeeld de badkamer, technische ruimtes en het toilet.

 
Eisen luchttoevoer

 

Volgens het Bouwbesluit moet de toevoer van ventilatielucht in een verblijfsruimte en verblijfsgebied minimaal voor 50% van buiten afkomstig zijn. De toevoer vanuit de balansventilatie-unit wordt daar ook toe gerekend. De verse lucht mag maximaal 2 x overstromen van de ene (onbenoemde) ruimte naar de andere (onbenoemde) ruimte. En binnen één verblijfsgebied mag alle lucht overstromen naar een volgende verblijfsruimte binnen datzelfde verblijfsgebied.  (Een (onbenoemde) ruimte kan een verkeersruimte zijn, een bergingsruimte, enz.   Het is dus belangrijk om de  'begrippen' uit elkaar te houden. 

 

De eisen voor luchttoevoer:

  • Verblijfsgebied per m² : 3,24 m³/h  (0,9 dm3/s)
  • Verblijfsruimte per m²:  2,5 m³/h  (0,7 dm3/s)

Het handigste is om bij de berekening uit te gaan van de eisen voor de verblijfsruimte. Dat scheelt veel rekenen en in de praktijk is de uitkomst nagenoeg hetzelfde.

 

Eisen luchtafvoer

Aan een aantal ruimten in huis worden specifieke eisen ten aanzien van de lucht-afvoer gesteld. Om een goede berekening te maken, is het noodzakelijk om deze te kennen. De minimale eisen die aan de afvoer gesteld worden zijn:

  • Verblijfsruimte:  25 m³/h
  • Toilet:  25m³/h (direct afvoeren)
  • Badkamer: 50 m³/h  (direct afvoeren)
  • Keuken: 75 m³/h
  • Technische ruimten: 25 m³/h tot 2,5 m², bij grotere oppervlakken 50 m³/h (dit is een advies)

Vaak krijgt de afzuigkap in de keuken een eigen afvoer, dan moet er voor deze ook rekening gehouden worden met luchttoevoer (rooster in keukenraam bijvoorbeeld).  De afgezogen lucht van badkamer en toilet moet rechtstreeks naar buiten (dit mag ook via de kanalen van een balans systeem) worden afgevoerd.

 

Ventilatieberekening: voorbeeld voor een woning.

Ventilatie berekening woning voorbeeld verblijfsruimte

We beginnen met de luchttoevoer:

Woonkamer 21,3 m² x 3,24 m³/h =  afgerond 69 m³/h

Keuken 9 m² x 3,24 m³/h =  afgerond 29 m³/h

Slaapkamer een  10,3 m² x 3,24 m³/h =  afgerond 33 m³/h

Slaapkamer twee  8,9 m² x 3,24 m³/h =  afgerond 29 m³/h

Slaapkamer drie  8,7 m² x 3,24 m³/h =  afgerond 28 m³/h

Slaapkamer vier  20 m² x 3,24 m³/h =  afgerond 65 m³/h

Totaal 69+29+33+29+28+65= 253 m³/h

 

Luchtafvoer:

Keuken = 75 m³/h
Kamer = 25 m³/h
Toilet = 25 m³/h

Slaapkamers (4 x 25) 100 m³/h

Badkamer 50 m³/h

Technische ruimte 50 m³/h

Totaal 75+25+25+100+50+50= 325m³/h


Luchtstroomdiagram /  Overstroomdiagram ventilatielucht

 

luchtstroomdiagram ventilatie woning

 

Er gaat dus 'overstroom' van lucht onder de deur door naar een volgende ruimte. In dit voorbeeld zien we dat er vanaf de zolder 15 m³/h doorgaat naar beneden. En vanaf de 1e verdieping gaat er 55m³/h door naar beneden. 30m³/h komt de woonkamer binnen vanaf een andere ruimte. Meer dan de helft (>50%) van de benodigde 69 m³/h komt als verse lucht de woonkamer in 45 m³/h.  We ventileren in de woonkamer bewust wat meer (45 + 30 = 75) omdat we in de keuken 75m³ per uur af moeten zuigen. Binnen een verblijfsgebied mag alle lucht naar een zelfde verblijfsruimte binnen datzelfde verblijfsgebied overstromen. De lucht die de kamer wordt ingebracht mag dus via de keuken worden afgevoerd. In dit geval is het ook nog een open keuken dus de overstroom van kamer naar keuken verloopt vanzelf. 

 

De ventilator capaciteit, volgens bouwbesluit,  moet dus worden:

Afvoer 50 + 50 + 25 +75 = 200 m³/h .
We controleren ook nog de toevoer, deze moet in balans zijn met de afvoer.
65 + 33 + 29 + 28 + 45 = 200 m³/h.

De 325 m³ per uur totaal nodig voor de afvoer uit de eerste berekening kan dus terug worden gebracht naar 200 m³/h door gebruik te maken van 'overstroom' van de ene naar de andere ruimte.

 

Bij voorkeur kies je de capaciteit van de ventilator toch wat groter dan de eis voor het bouwbesluit.
Bijvoorbeeld een van 300 m³/h in dit voorbeeld huis.
De 3 standen schakelaar voor ventilatie zou dan kunnen worden:
stand 1: 100 m³/h  constant debiet (4 personen)
stand 2: 200 m³/h  bouwbesluit (inregel situatie)
stand 3: 300 m³/h  max.stand / partymodus  voor extra ventilatie (bij badbebruik of verjaardag)
 

Aan de hand van bovenstaande uitkomst kunnen vervolgens de inblaas- en afzuigventielen worden bepaald waarbij over het algemeen deze maximale waarden worden aangehouden per ventiel:

  • Maximale m³/h voor een toevoerventiel is 50m³/h
  • Maximale m³/h voor een afvoerventiel is 75m³/h

Daarna kunnen aan de hand van de maximale snelheid (geluid) en weerstand (kPa) de kanalen worden bepaald.

  • Maximale snelheid in hoofdkanalen is 3 tot 4 m/s
  • Maximale snelheid in aftakkingen naar de ventielen / roosters is 2 tot 3 m/s

Het plan voor de aan- en afvoer ventilatieventielen in de woning:

plan voor luchtventielen roosters aan en afvoer lucht in woning

 

 

De waarde volgens bouwbesluit staat genoteerd, de installatie wordt door een luchttechnicus ingeregeld op genoemde debiet per ruimte per ventiel.  Dit geeft een % van de ventilator(en) in de woning.
De woning hoeft overigens niet altijd op deze hoeveelheid te staan.  Genoemde  capaciteit bouwbesluit is wat de installatie moet kunnen doen. Dit hoeft niet constant te zijn.   Per bewoner is 25 m³/h ventilatie nodig. Stel dat er 4 personen in deze woning wonen dan zou je het constant debiet op 100 m³/h kunnen zetten.

 

Natuurlijk kan de installatie uitgebreid worden met CO2 sensoren, en Vochtsensoren.  Zo kan de ventilatie automatisch op worden getoerd indien de waarde te hoog wordt in de woning.  Of je kan bijvoorbeeld overdag in de woonkamer ventileren en in de nacht meer op de slaapkamers. Je kan zelfs per vertrek op de gewenste waarde ventileren door het inbouwen van kleppen.


Vocht en ventilatie

Door uw woning goed te isoleren, heeft u minder stookkosten en helpt u het milieu. In een goed geïsoleerd huis is het wel zaak regelmatig te ventileren, anders krijgt u teveel vocht in huis. Per dag produceren de bewoners, huisdieren en planten ongeveer 10 liter vocht in een huis. Bij alles waar water voor nodig is ontstaat waterdamp: douchen, afwassen, de was drogen, koken en schoonmaken. Daarnaast raakt de lucht vervuild door kookluchtjes en rook. Ventilatie voert de vochtige en vervuilde lucht af, en hiervoor in de plaats moet verse lucht aangevoerd worden. Gebeurt dit niet, dan kan de binnenlucht ongezond worden en kunnen er vochtproblemen ontstaan, zoals schimmelvorming.

 

tip


Door elke dag een kwartiertje luchten ververst u de lucht binnenshuis. Voortdurend ventileren voorkomt vochtproblemen in huis. Probeer minder waterdamp te produceren door bijvoorbeeld met deksels op de pannen te koken en bij het dweilen goed na te drogen met een trekker. Voer vocht direct af waar het geproduceerd wordt, dus ventileer extra tijdens het douchen, koken en bij het gebruik van een condenswasdroger.

 

Ventileren en het milieu


Ventilatie is zeker geen energieverspilling. Er verdwijnt natuurlijk wat warmte tijdens het ventileren. Maar door vocht af te voeren ontstaat een drogere lucht, die makkelijker te verwarmen is. Vochtige lucht voelt namelijk kouder aan, zodat de thermostaat in een vochtig huis vaak hoger gezet wordt. Gemiddeld wordt in een vochtige woning zo’n 50 - 150 m3 extra gas per jaar gestookt. Wilt u de woning behalve warm ook echt droog stoken, dan kost dat nog meer energie. Een hoger energieverbruik brengt, naast extra kosten, extra milieubelasting met zich mee. Door koken, douchen en wassen, en zelfs door ademen van de bewoners kan er dagelijks zo’n 5 tot 15 liter water in de woning komen.


Opwarmkosten ventilatielucht type B en C


Voorbeeld berekening ‘opwarmkosten ventilatielucht’ woonhuis met mechanische afzuiging en natuurlijke toevoer (type B en C)


NEN norm: Woonkamer 7 l/s, Keuken 21 l/s, Badkamer 14 l/s, Toilet 7 l/s, 3 slaapkamer 3 stuks x 7 l/s Overig 7 l/s
Totaal: 77 l/s (x 3600) = 277200 liter per uur = 277,2 m³ per uur.

Er komt in dit praktijkvoorbeeld een ventilatie box met 3 standen, te weten 100 m², 200 m³ en 300 m³ uur.

In de praktijk is gebleken dat in deze voorbeeld woning gemiddeld gedurende 2 uur per dag de ventilatie op stand 3 staat (tijdklokje in badkamer) en gedurende 22 uur op stand 2
22 uur x 200 m³ + 2 uur x 300 m² ( = 4400 m³ + 600 m³ ) = 5000 m³ per dag
5000 m³ : 24 uur = gemiddeld dus 208 m³ per uur ventilatie over de dag gezien.
208 m³/h (afzuiging) : 3600 seconden = 0,05777 m³/s afzuiging.

We gaan ervan uit dat er alleen warmte verloren gaat als de buitentemperatuur kouder is dan 18 ̊C , dit maakt het tevens eenvoudiger omdat we gebruik kunnen maken van een reken methode op basis van ‘graaddagen’ (zie eventueel ook de pagina graaddagen). Uit het gemiddelde aantal graaddagen van de afgelopen 14 jaar is vast komen te staan dat we in Nederland een ‘rekengetal’ hebben van 7,8246 ̊C (dagelijks gemiddeld te verhogen temperatuur).

Φ= qv x ρ x C x Δt
kW = m³/s x kg/m³ x kJ/kg.K x K
vermogen = volumestroom x soortelijke massa lucht x soortelijke warmte lucht x temperatuurverschil

Voor lucht houden we hier nu aan: (ρ) 1,2 en de soortelijke warmte c = 1,006
Φ = 0,057777 x 1,2 x 1,006 x 7,8246
Φ = 0,54575 kW

Per dag is dit 24 uur x 0,54575 kW = 13,098 kWh
x 365 dagen = 4780,77 kWh per jaar opwarm behoefte voor ventilatie lucht (bij 208 m³ per uur)

in één m³ aardgas zit netto op bovenwaarde 9,7 kWh rekening houdend met een HR ketel rendement van 90% halen we dus netto ca (9,7 x .9) 8,7 kWh uit één m³ aardgas.
4780,77 kWh : 8,7 = 549,51379 m³ aardgas
549,51379 m³ aardgas x € 0,65 (consument prijs per m³ aardgas) = 357,18 euro per jaar.

Door beredenerend kunnen we stellen dat voor gemiddeld 208 m³ continu afzuiging per uur in Nederland dus per jaar 4780,77 kWh nodig hebben om de ventilatie lucht te verwarmen, wat neer komt op (4780,77 : 208 =) 22,98 kWh per jaar per m³ constant afzuiging, of wel 22,98 kWh : 8,7 (kWh per m³) = 2,64 m³ gas per jaar per m³ continu ventilatie.

Controle som:
Stel we hebben een constant afzuiging van 300 m³ uur. (: 3600) = 0,08333 m³/sec.
Φ = 0,08333 x 1,2 x 1,006 x 7,8246
Φ = 0,7871 kW

Per dag is dit 24 uur x 0,7871 kW = 18,89 kWh
x 365 dagen = 6894 kWh per jaar opwarm behoefte voor ventilatie lucht (bij 300 m³ per uur)
6894: 300 = 22,98 kWh per m³ constant lucht afzuiging (= 2,64 m³ gas per jaar per m³ continu ventilatie) Bij Ventilatie type B en C

Resume

In Nederland heb je per constant afgezogen 1 m³ lucht van een woning met ventilatie type B of C c.a. 22,98 kWh nodig aan opwarmbehoefte per jaar .

Uit dit volgt (als voorbeeld) dat bij een woning in Nederland met een constante afzuiging , ventilatie type B of C, van 200 m³ de ventilatie opwarm kosten per jaar zijn:

200m³ x 22,98 kWh = 4596 kWh per jaar
In kosten bij een gasketel: 4596 : 8,7 (nuttige energie in aardgas per m³) = 528,2 m³ x € 0,65 = € 343,--
In kosten bij een warmtepomp (SCOP 4,3) 4596 : 4,3 = 1068,8 kWh x € 0,23 = € 245,8

-- Attentie: Als u niet of te weinig ventileert heeft u meer vocht in huis u bent dit bedrag dan waarschijnlijk in de praktijk ook kwijt aan ‘droog stoken’ , ventileer dus altijd dat is beter voor het ‘binnen milieu’ .


Opwarmkosten ventilatielucht type D - variant

WTW unitVentilatie volgens methode D werkt met een in- en uitlaat ventilator. Type D wordt bijna altijd als een variant ingezet (Het heeft immers geen zin om onnodig met 2 ventilatoren te werken, de inzet van 2 ventilatoren heeft dus een doel). Type D wordt dan ook meestal toegepast als een zgn. WTW unit (Warmte Terug Win). De aanzuiglucht wordt over een warmtewisselaar getrokken (of geduwd) en de afzuiglucht ook. Omdat een warmtewisselaar weerstand geeft en je niet wil dat elders in de woning (dan bedoeld) lucht wordt binnengezogen werkt men dus met 2 ventilatoren. Deze ventilatie word ook wel balansventilatie genoemd, er moet net zoveel m³ worden aangezogen als afgeblazen. Je wilt immers geen overdruk of onderdruk in je woning t.o.v. de atmosferische druk buiten. De afgezogen lucht uit de woning verwarmt een ‘wisselaar’ (vaak van metalen lamellen) door dit zelfde metaal komt de ‘koude’ lucht naar binnen die dus min of meer wordt opgewarmd. (In de zomer werkt het net anders om als u koudere lucht (20 graden bijvoorbeeld) afzuigt uit uw woning en u zuigt lucht van 28 graden van buiten aan, koelt u de lucht al wat af voordat deze naar binnen komt)

Een goede WTW heeft (naar gelang merk en type) in de praktijk een rendement tussen de 70 en 95%


Opwarmkosten met een WTW – unit welke een rendement van 90% heeft

We pakken de gegevens van de eerder gemaakte berekening (bovenstaande met type C ventilatie) weer op , uitgangspunt is dat we over het jaar heen gemiddeld constant 200 m³ per uur afzuigen.
 

Het uit de graaddagen berekende ‘rekengetal’ nemen we ook hier natuurlijk over , elke dag van het jaar moet (omgerekend) constant 7,8246 ̊C worden opgewarmd.

-De WTW (in dit voorbeeld) heeft een rendement heeft van 90%
-We willen inblazen met 20 ̊C en weten dat we dus 7,8246 graden moeten opwarmen.
- De ‘gemiddelde buitentemperatuur / rekenwaarde’ wordt dus 20 ̊C – 7,8246 ̊C = 12,1754 ̊C
 

  • Luchttemperatuur in de woning = 20 ̊C
  • Toevoerlucht (100% buitenlucht) = 12,1754 ̊C
  • Rendement = WTW 90%
  • Temperatuurverschil binnen – buiten (20 – 12,1754) = 7,8246 ̊C
  • Opwarming door WTW ( temperatuur verschil x rendement) (7,8246 ̊C x 90%) = 7,04214 ̊C
    Dit betekend dus dat nog maar 7,8246 ̊C – 7,04214 ̊C = 0,78246 ̊C ventilatielucht moet worden opgewarmd in de woning door een andere warmtebron (ketel of warmtepomp bijvoorbeeld)
    Bij een constant afzuiging van 200 m³ uur. (: 3600 = 0,055555 m³/sec.)
    Φ = 0,055555 x 1,2 x 1,006 x 0,78246
    Φ = 0,0524 kW

Per dag is dit 24 uur x 0,0524 kW = 1,2576 kWh
x 365 dagen = 459 kWh per jaar opwarm behoefte voor ventilatie lucht (bij 200 m³ per uur)

Bij ventilatie type D - variant WTW van 90%:
In kosten bij een gasketel: 459 : 8,7 (nuttige energie in aardgas per m³) = 52,75 m³ x € 0,65 = € 34,28,--
In kosten bij een warmtepomp (SCOP 4,3) 459 : 4,3 = 106,74 kWh x € 0,23 = € 24,55


Bovenstaand hebben we het verschil laten zien tussen de ventilatie opwarmkosten nodig bij principe  B of C   ten opzichte van type D variant WTW. We hebben met formules beide systemen doorgerekend en zien dus dat de kosten voor opwarmen van de ventilatie lucht met een WTW van 90% rendement 1/10 deel zijn van de opwarm energiekosten zonder WTW.  In Feite hadden we dus de WTW t.o.v. Ventilatie systeem B/C  niet helemaal hoeven door berekenen.  Immers het WTW rendement van 90% laat zien dat de energiekosten voor opwarmen ventilatielucht dan maar 10 % meer zijn t.o.v. type B/C


Energie uit ventilatielucht halen met een warmtepomp:

In plaats van een WTW kunnen we ook energie uit ventilatielucht halen met een warmtepomp, dus voordat de afgezogen lucht het huis verlaat, hier energie uit onttrekken.

Belangrijke factoren zijn de hoeveelheid lucht , temperatuur en vermogen;

Hoe meer ventilatie lucht er is, hoe meer energie te onttrekken valt . Echter als je meer lucht afzuigt van een woning moet er ook meer lucht binnenkomen en die lucht moet weer worden opgewarmd . Meer ventileren met het doel hieruit meer energie te onttrekken, is dus niet de ideale oplossing.
Als we onze woning op 20 ̊C houden is de afgezogen lucht dus ca. 20 ̊C als we hier energie uit onttrekken koelt de lucht af voordat deze het huis verlaat, bijvoorbeeld tot 0 graden. Als we uit dezelfde hoeveelheid ventilatielucht meer energie onttrekken koelt de lucht nog verder uit voor deze het huis verlaat bijvoorbeeld tot -10 ̊C, we winnen dan wel meer energie maar dat gaat dan weer ten kosten van het rendement van de warmtepomp.
Immers het verschil in (gemiddelde) temperatuur tussen bron en afgifte wordt dan groter.

Dit gegeven lees je ook terug in de technische specificaties van een ventilatielucht/water warmtepomp, als voorbeeld een ventilatielucht/water warmtepomp merk X, deze laat bij de specificaties zien:
Bij 200 m³ afzuiging en een afgegeven vermogen van 1,5 kW COP 4,5
Bij 200 m³ afzuiging en een afgegeven vermogen van 5 kW COP 2,3

Je ziet dus meteen terug dat als er meer vermogen moet worden geleverd uit dezelfde hoeveelheid lucht het rendement afneemt wat logisch is.
Om het rendement zo gunstig mogelijk te houden bij een ventilatielucht/water warmtepomp dien je het vermogen dus te beperken.

Een klein vermogen ventilatielucht/warmtepomp kan volstaan om elke dag een bepaalde hoeveelheid tapwater op te warmen of een gedeelte van het op te warmen verwarmingswater op te warmen (hybride) .


***Noot: gemakshalve en om het begrijpelijk te houden is de factor ‘relatieve vochtigheid’ niet meegewogen.  Een woning die goed geventileerd wordt kent minder vocht dan een woning die slecht geventileerd wordt. Naast dat het opwarmen van de ventilatielucht dus energie kost, zou het niet ventileren dat ook kosten, vocht ‘droog stoken’ kost veel energie.

 

Ventilatie en de toekomst NEN / ISSO normering.

In de toekomst (2021) wordt naar verwachting de nieuwe NEN 1087 voor ventilatie van gebouwen verankerd in de bouwregelgeving. Onderdeel van de nieuwe norm is een andere type-indeling van ventilatiesystemen. De bestaande indeling in A, B, C en D maakt plaats voor een indeling in zeven hoofdtypen.

 

De klassieke indeling vervaagt meer en meer. Waar plaats je bijvoorbeeld decentrale gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning en hybride systemen waarin natuurlijke en mechanische ventilatie gecombineerd wordt. Iedere innovatie levert een nieuwe typeaanduiding op. We kennen tegenwoordig systemen van het type C1, C2c, C3a, C3b, C3c, C4a, C4b, C4c, D1, D2, D5a en D5b, aangevuld met E (ook wel aangeduid als X). In de regelgeving zie je door de bomen het bos niet meer.
 

Zo het er nu op lijkt wordt dit de nieuwe type indeling:

 

Type Ruimte Luchtstroom Voorheen
1 Verblijfsruimten Toevoer Natuurlijk Direct A
Afvoer Natuurlijk Indirect
Natte ruimten Toevoer Natuurlijk Direct
Afvoer Natuurlijk Indirect
2 Verblijfsruimten Toevoer Mechanisch Indirect B
Afvoer Natuurlijk Direct
Natte ruimten Toevoer Mechanisch Indirect
Afvoer Natuurlijk Direct
3 Verblijfsruimten Toevoer Natuurlijk Direct C
Afvoer Mechanisch Indirect
Natte ruimten Toevoer Mechanisch Indirect
Afvoer Mechanisch Direct
4 Verblijfsruimten Toevoer Natuurlijk Direct C4c

 

 

Afvoer Mechanisch Direct
Natte ruimten Toevoer Mechanisch Direct
Afvoer Mechanisch Indirect
5 Verblijfsruimten Toevoer Mechanisch Direct D
Afvoer Mechanisch Indirect
Natte ruimten Toevoer Mechanisch Indirect
Afvoer Mechanisch Direct
6 Verblijfsruimten Toevoer Mechanisch Indirect D
Afvoer Mechanisch Direct
Natte ruimten Toevoer Mechanisch Indirect
Afvoer Mechanisch Direct
7 Verblijfsruimten Toevoer Mechanisch Direct

E (of X)

Afvoer Mechanisch Direct
Natte ruimten Toevoer Mechanisch Indirect
Afvoer Mechanisch Direct

 

Luchtkwaliteit

Plaats van de instroomopening en uitmonding bij ventilatie
Er gelden eisen aan de kwaliteit van de lucht bij ventilatie en aan de invoer en afvoer van lucht. Er kunnen gezondheidsklachten ontstaan doordat ventilatielucht wordt vervuild door rookgasafvoer of de afvoer van ventilatielucht. Daarom stelt het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) eisen aan de verdunningsfactor.


Verdunningsfactor

De verdunningsfactor wordt berekend uit de afstand tussen de uitmonding van een ventilatie- of rookgasafvoer en de inlaat van de ventilatietoevoervoorzieningen. Volgens het Bbl mag de verdunningsfactor bij een ventilatievoorziening niet meer bedragen dan 0,01, bepaald volgens NEN 1087. Dat betekent dat niet meer dan 1% van de verontreinigde binnenlucht of rook terechtkomt in een toevoervoorziening van verse lucht.


Instroom- en uitstroomopeningen

Bij de bepaling van de verdunningsfactor blijven afvoervoorzieningen en belemmeringen buiten het bouwwerkperceel buiten beschouwing. Uit NEN 1087 volgt wat in een specifiek geval de minimale afstand tussen een uit- en een instroomopening moet zijn om aan de in het eerste lid bedoelde verdunningsfactor te voldoen. Om te waarborgen dat belendingen het functioneren van een voorziening niet belemmeren, moeten de instroom- en uitstroomopening in de gevel minimaal 2 meter van de perceelsgrens liggen. Meten van deze afstand gebeurt loodrecht op de gevel of het dak waarin de voorziening is gelegen. Als het bouwwerkperceel grenst aan een openbare weg, openbaar water of openbaar groen, wordt die afstand aangehouden tot het hart van die weg (water of groen). Bij een uitstroomopening in de achtergevel gaat het om de haaks op die achtergevel gelegen afstand. De afstand van die uitstroomopening in de achtergevel ten opzichte van de zijgevel is niet relevant. Soms zijn er op grond van het burenrecht privaatrechtelijk beperkingen aan het daadwerkelijk gebruik van een afvoer, ondanks dat deze aan de eisen van het Bbl voldoet.


Luchtkwaliteit: toevoer van ventilatielucht

De aanvoer van ventilatielucht moet bij nieuwbouw zodanig zijn dat de toegevoerde lucht daadwerkelijk verse lucht is. Daarnaast mag de toegevoerde lucht niet leiden tot een binnenmilieu dat schadelijk is voor de gezondheid.


Luchtkwaliteit: afvoer van binnenlucht

De afvoer van binnenlucht moet zodanig plaatsvinden dat die de luchtkwaliteit in die ruimte of andere ruimten van een gebouw niet beïnvloedt op een wijze die nadelig is voor de gezondheid.
Als hoofdregel geldt: afvoer van binnenlucht gaat altijd rechtstreeks naar buiten bij:
•    een gemeenschappelijke verkeersruimte van een woonfunctie
•    een toiletruimte
•    een badruimte
•    een opslagruimte voor huishoudelijk afval
•    een stallingsruimte voor motorvoertuigen


Opstelplaats voor een kooktoestel

Voor een verblijfsruimte met een opstelplaats voor een kooktoestel gelden ook eisen. Daar moet minimaal 21 dm³/s van de capaciteit van de afvoer van binnenlucht rechtstreeks naar buiten plaatsvinden. Dit is in het algemeen de hoeveelheid lucht die door een afzuigkap wordt afgevoerd. De capaciteit die hierboven uit gaat mag via een andere ruimte worden afgevoerd. Dat mag dan geen ruimte mag zijn waar alle ventilatielucht direct van buiten moet worden aangevoerd.


Spuien

In een gebouw is het soms wenselijk om warme lucht, vocht of verontreinigde lucht snel af te voeren. De normale ventilatie is niet afgestemd op deze tijdelijke verhoogde ventilatiebehoefte. Voor zulke situaties moeten er in de gevel of het dak van een woning, een klaslokaal, of een kinderopvang voldoende beweegbare ramen, luiken of deuren zijn. Bij nieuwbouw moet in iedere verblijfsruimte ten minste één daadwerkelijk te openen raam of deur zijn.
Een spuivoorziening moet een capaciteit hebben van ten minste 3 dm³/s per m2 vloeroppervlakte van een verblijfsruimte. Bij nieuwbouw geldt tevens dat de capaciteit van een spuivoorziening ten minste 6 dm³/s per m² vloeroppervlak van een verblijfsgebied moet hebben. 


Verbouw

Op het verbouwen van een bouwwerk geldt als algemene regel dat de nieuwbouwregels van toepassing zijn. Daarbij geldt, in plaats van het niveau van eisen in die regels, het rechtens verkregen niveau.  Bij het installeren van een voorziening voor luchtverversing gelden ook regels. Voor de plaats van een nieuwe uitmonding of toevoeropening geldt het niveau van eisen voor nieuwbouw van de artikelen. Dit is niet van toepassing op het vervangen van een bestaande voorziening. Tenminste als de plaats van de uitmonding bij een voorziening voor afvoer van binnenlucht of toevoeropening bij een voorziening voor toevoer van verse lucht niet wijzigt.

 

Energie besparen door slimme regeling van ventilatie.

In de loop der jaren zijn ventilatoren steeds energiezuiniger geworden. Daar is al veel gewonnen. Vandaag de dag zit het verschil in de sturing van de ventilatie.  Zeker nu de energieprijs oploopt is zonaal en vraaggestuurd ventileren de sleutel om het energieverbruik van gebouwen verder te reduceren.   In de woning plaats je bijvoorbeeld CO2, VOC en vochtsensoren. Bij een te hoog oplopend CO2 percentage (mensen in het gebouw) of oplopend vocht percentage (koken of douchen) toert de ventilator op naar een hoger toerental tot de situatie weer normaal is. 


Bij het, op deze pagina, eerder besproken C-systeem komt de lucht op een natuurlijke manier naar binnen via roosters in ramen of muren. Het afzuigen gebeurt veelal in de keuken, badkamer en toilet. Als het perfect is gemaakt hebben alle 3 deze ruimten een eigen kanaal naar de ventilatiebox.  Een C-systeem ventileert over het algemeen de gehele dag door op een bepaalde capaciteit, onafhankelijk van waar vervuilde lucht wordt gedetecteerd.  Vraag gestuurde C-systemen ventileren op een minimum niveau en gaan enkel het ventilatieniveau verhogen indien vervuilde lucht gedetecteerd wordt. Door de vraagsturing toe te passen met een klep per sectie kan zelfs per ruimte worden bepaalt of er meer of minder ventilatie is gewenst.  Zo ventileer je precies wat gewenst is.  Ventileren betekend immers dat je (in de winter) koude lucht door het rooster in de raam of muur naar binnen haalt welke verwarmd moet worden. Beperken is dus besparen. 

Een C-ventilatiebox is meestal compact en stil, er is slechts één ventilator nodig. één ventilator betekend ook dat er minder elektrisch vermogen nodig is t.o.v. een D-systeem.  Bij een C-systeem kun je in plaats van de standaard ventilatieroosters, die altijd open staan, kiezen voor elektronisch gestuurde roosters. Als er meer behoefte is, de ventilator door meting harder gaat draaien, kan een slim systeem de roosters voor toevoer iets verder openen. Dan wordt zelfs een C-systeem veel efficiënter en dus zuiniger. 

 


Bij ventilatiesysteem D gebeurt zowel de aanvoer van verse lucht als de afvoer van vervuilde lucht mechanisch. Via het luchtkanalen systeem wordt evenveel verse lucht het huis ingeblazen als er vervuilde lucht uit de woning wordt afgevoerd. Anders dan bij het C-systeem is er op de unit geen aansluiting per zone voorzien. Maar en komt een kanaal voor extractie en een kanaal voor pulsie in de unit. In dit systeem zitten 2 ventilatoren en een warmtewisselaar zorgt voor warmte uitwisseling tussen de verse lucht die naar binnen komt en de vervuilde lucht die naar buiten gaat. Op deze manier wordt de koude lucht van buiten voorverwarmd naar binnen geblazen.  Een D-systeem is meestal voorzien van een vorstbeveiliging om te vookomen dat de wisselaar in kan vriezen. Ook een elektrisch element voor ontdooien komt in deze unit voor.  In de zomer kan een bypass er voor zorgen dat de verse lucht niet door de warmtewisselaar hoeft, op die manier kun je 'passief' met koude lucht (in de nacht)  je woning verkoelen. Ventilatie systeem D heeft als groot voordeel dat de warmte uit de afgevoerde lucht kan worden gebruikt om de aangevoerde buitenlucht te verwarmen. Daarnaast wordt de lucht van buiten gefilterd naar binnen gebracht wat bij het C-systeem meestal niet het geval is.  Ook bij een D-systeem kun je de ventilatie aanpassen naar de vraag. 

 

Sensoren registreren en activeren via de regelaar naar behoefte.


Sensorloze zones of sensorloze systemen kunnen niet automatisch werken en worden meestal permanent op een ventilatie stand gezet. Eventueel met een handbediende mogelijkheid om tijdelijk iets meer te ventileren. Soms bekend als de Party Stand. 

Met sensoren kun je automatisch en comfortabel een gezonde binnenlucht garanderen. Sensoren die het CO²-gehalte, de relatieve vochtigheid, de temperatuur en geurtjes (VOC's) in een ruimte meten zijn het meest gebruikt. De sensoren kunnen in de ruimte zelf, maar ook in de kanalen, worden opgenomen. Deze sensoren kunnen vaak draadloos met de sturing van de ventilatie-unit  communiceren. Zo kan de ventilator op toeren en eventueel kleppen worden open gestuurd indien nodig.  Doorgaans wordt een CO2 gehalte van minder dan 800 ppm beoogd. Wordt die waarde overschreden dan wordt het debiet van de ventilatie opgedreven. Soms worden ook veranderingen in de vluchtige organische stoffen (VOC's) gemeten als indicator voor geurtjes. Voor sanitaire en vochtige ruimtes wordt het ventilatiedebiet bepaald op basis van het relatieve vochtgehalte die bij voorkeur tussen de 30- en 70% is. Daarnaast wordt vaak ook de temperatuur gemeten. 


Resumé:

Hoe energie besparen bij systeem C? 

 

  • Elektronisch gestuurde ventilatieroosters helpen ongewenst warmte verlies tijdens de winter, en ongewenste warmte toevoer tijdens de zomer, te beperken.
  • Enkel ventileren waar nodig op basis van sensorgegevens komt het energieverbruik en het comfort ten goede.

Hoe energie besparen bij systeem D? 

 

  • Dankzij de warmtewisselaar is er minder warmteverlies in de winter en minder warmtetoevoer in de zomer. 
  • Een nachtkoelfunctie helpt om de woning 's nachts af te koelen en zo de vraag aan koeling overdag de verminderen.
  • Enkel ventileren wanneer nodig op basis van sensorgegevens verhoogt de energie-efficiëntie en het comfort van de installatie. 
  • Door de ruimt op te delen in een dag- en nachtzone wordt er niet nodeloos geventileerd in een zone waar niemand aanwezig is. 
Go to top

logo ea© dinsdag 17 september 2024

Pagina: Energieambassadeurs - Ventilatie moet, voor een gezond binnenklimaat
Tags:ventilatie, vocht, schimmel, ventileren, woning, energie kosten ventileren.
Beschrijving: Het is belangrijk dat uw woning goed geventileerd wordt, als u dit niet doet kan er schimmel optreden en kan dit leiden tot gezondheidsproblemen.