Boiler / boilers
Op deze pagina o.a.:
- Wat is een boiler ?
- Tip van de energie ambassadeur: Doe normaal dat is al gek genoeg.
- Direct gestookte boilers:
- Geiser
- Close-in- en/of plint boiler
- Gasboiler
- Elektrische boiler
- Elektrisch element
- Indirect gestookte boiler / spiraal boiler / vat in vat boiler
- Boiler laad systeem
- Energy label voor boilers en comfort klasse CW label
- Regels voor tapwater in Nederland
- Definities / betekenis van begrippen
- Beveiliging tapwaterverwarming
- Dubbele scheiding (alleen bij grote installaties > 45 kW)
- Legionella bescherming / desinfectie van boilers
Wat is een boiler ?
In Nederland verstaan wij onder een ‘boiler’ een toestel dat een reservoir met water opwarmt, de inhoud van het reservoir kan variëren van een halve liter tot vele duizenden liters.
Het woord boiler komt uit het Engels (to boil = koken). Let op: De Engelse en Amerikanen bedoelen met het woord ‘boiler’ een cv-ketel. Onze ‘boiler’ wordt daar ‘Water Heater’ genoemd en/of ‘hot water tank’ en de Duitsers spreken weer over een ‘Warmwasserspeicher ‘ of ‘ Warmwasserbereiter’ als je dat letterlijk zou vertalen krijg je ‘warmwateropslag’ of ‘warmwaterbereider’. Eigenlijk vreemd dus dat wij in Nederland het woord boiler gebruiken.
In Nederland worden overigens vaak ook combiketels toegepast zonder voorraad, het tapwater wordt dan door de ketelwisselaar of een kleine platenwisselaar in de ketel geleid en verwarmt. We spreken dan van een ‘doorstroomtoestel’.
Ook kennen we natuurlijk allemaal nog wel de ‘geiser’ , een geiser is ook een ‘doorstroomtoestel’ en dus geen boiler. Bij een geiser wordt het tapwater door buisjes heen geperst en die buisjes worden verwarmt door een gasbrander.
In woningen wordt een warmwaterboiler vaak toegepast voor comfortverhoging , maar in de toekomst zullen we de boiler nog vaker tegen gaan komen omdat het benodigd vermogen voor verwarmen van de woning langzaam minder wordt (beter geïsoleerde woningen) en dat van tapwater gelijk blijft of soms zelfs hoger wordt. Bij warmtepompverwarming bijvoorbeeld heb je een boiler nodig om aan de warmtapwaterbehoefte te kunnen voldoen.
Tip van de energieambassadeur:
Hoewel de verleiding groot kan zijn en de douches steeds mooier en luxer worden raden wij een zgn. regendouche af !
Onder een normale douche wordt je net zo nat en schoon dan onder een regendouche. Bedenk dat er landen zijn waar geen tapwater is, waarom zouden wij dan water en energie die nodig is om al dat douchewater te verwarmen verspillen ? Onder een normale ‘hand douche’ is het ook goed douchen. Het water hoeft echt niet van alle kanten, met grote hoeveelheid, tegelijk te komen. In moderne goed geïsoleerde woningen kan het vermogen van het ‘verwarmingstoestel’ steeds kleiner worden waarom zouden we dan met tapwater dit weer naar ‘groter’ op gaan drijven ? Doe normaal dat is al gek genoeg toch ?
Direct gestookte boilers
GEISER
Eigenlijk hoort deze dus niet thuis in het rijtje van boilers, een geiser is immers geen boiler. Maar omdat het toch een apparaat is om warmwater te bereiden noemen we hem toch maar even. Het water wordt hierbij meestal verwarmd door middel van aardgas, soms met propaan of butaan, maar er zijn ook geisers die gebruik maken van elektriciteit. De naam is (uiteraard) afgeleid van de warmwaterbron in de natuur die men al ‘geiser’ noemde. Een geiser is echter een warmwatertoestel waarbij het water pas wordt opgewarmd op het moment dat dit benodigd is, dit in tegenstelling tot de boiler waar een op temperatuur gehouden hoeveelheid warm water in een geïsoleerd vat is opgeslagen. Men noemt een geiser daarom een doorstroomtoestel en een boiler een voorraadtoestel. Vroeger was de geiser in veel Nederlandse woningen te vinden, langzaam is deze uit de keuken verdwenen. Dit komt enerzijds vanwege de populariteit van de combiketel en anderzijds doordat de geiser niet meer in elke keuken mocht hangen. Kwamen de verbrandingsgassen vroeger gewoon nog vrij in de keuken, later moest hier een rookgasafvoerbuis op die naar buiten ging. En dan nog moest er in de keuken goede beluchting zijn, immers de lucht nodig voor de verbranding kwam uit de keuken zelf. Weer later zijn de gesloten toestellen op de markt gekomen, woningen werden immers beter geïsoleerd en kierdicht gemaakt. Een gesloten toestel haalt de lucht die nodig is voor de verbranding van buiten en ook de rookgassen worden uiteraard naar buiten afgevoerd. Naast de kleine keukengeiser bestaat en bestond er ook een bad geiser welke meer comfort (liters per minuut) gaf voor een douche of bad. Een geiser is uiteraard ‘direct gestookt’. De werking van een geiser was eenvoudig. Tijdens het tappen van water veranderd de druk voor en na een membraam dat in het koudwatergedeelte is opgenomen. Dit membraam drukte dan een gasklep open, een waakvlam (en later elektronische ontsteking) ontstak de vlam op het ‘branderbed, wat onder een warmtewisselaar zat, door de warmtewisselaar stroomt het water naar de kraan wat door de brander werd verwarmd.
Voordelen: -Geisers zijn zowel in aankoop als in verbruik goedkoper dan voorraadtoestellen. Ze verwarmen het water immers alleen op het ogenblik dat iemand de warmwaterkraan opendraait. -Geisers kunnen een onbeperkte hoeveelheid water leveren.
Nadelen: Ze leveren minder warm water per minuut dan een boiler, er kan vaak niet op twee plaatsen tegelijk warm water worden getapt en er dient een minimumhoeveelheid warm water per minuut te worden getapt: de tapdrempel. Onder de tapdrempel slaat het toestel af, met koud water of een wisselende temperatuur als gevolg. De tapdrempel ligt bij de meeste geisers tussen 1 à 3 liter per minuut, bij een kleinere hoeveelheid kan deze, uit veiligheidsmaatregelen, niet functioneren.
Close in- en plint boilers
- Close-in boiler: een kleine boiler, gemonteerd onder de kraan in bijvoorbeeld het aanrechtkastje.
- Close-up boiler: een kleine boiler, gemonteerd boven de kraan.
- Plint boiler: een kleine boiler, die achter de onderplint van de keuken kan liggen.
Deze kleine, door elektriciteit verwarmde boilers, kunnen zelfstandig worden geplaatst op die plaatsen waar steeds maar ’n klein beetje warm water nodig is. Een plint boiler heeft meestal een inhoud van 5 tot 10 liter, de close-in boiler van 10 tot 20 liter en de close-up boiler is verkrijgbaar van 10 tot ca. 55 liter. Deze zijn voornamelijk verkrijgbaar in een 230 Volt uitvoering met elementen variërend van 500 Watt tot 3000 watt.
Tip: Deze ‘keuken boilers’ vergen dus redelijk veel vermogen. Een combi-switch is de oplossing voor het aansluiten van twee apparaten die relatief veel vermogen vragen, zonder een extra groep aan te hoeven sluiten. Indien deze apparaten tegelijkertijd in werking treden, kan de CombiSwitch schakelen' en de piekstroom opvangen. Zo kan iedere keukenboiler, via de CombiSwitch, samen met bijvoorbeeld de afwasmachine op dezelfde groep worden aangesloten
Vaak worden deze kleine boilers ook ingezet als ‘doorstroom toestel’ om bij kleine tapbehoeften meteen warmwater te kunnen bieden zodat niet gewacht hoeft te worden op het warme water dat vanaf de cv-ketel (die in Nederland vaak op zolder hangt) hoeft te komen. Vaak wordt de warmwater uitgang van de combiketel aangesloten op de ingang van een plint boiler. Als het warme water van de ketel de plintboiler heeft bereikt hoeft de plint boiler dus niet meer mee te verwarmen.
De energie-ambassadeur raadt een close-in - of plintboiler als 'doorstroom toestel' af !
Want in de vorm van een ‘doorstroom boilertje’ is het dus alleen te doen om comfort verhoging, welke onnodig energie vraagt.
Redenatie:
Wat kost het om 10 liter water elektrisch op te warmen van zeg 20°C naar 60°C water ? (We nemen 20 graden omdat bij kleine hoeveelheden steeds het afgekoelde water uit de leidingen eerst de boiler inkomt, die leiding heeft de omgevingstemperatuur aangenomen)
De Delta T (temperatuur verschil) is dus 60 °C – 20 °C = 40°C
We nemen voor het gemak de vereenvoudigde formule die alleen bij water toepasbaar is:
(Liter x Delta T) : 860 = kWh
(10 x 40) : 860 = 0,46 kWh om het boilertje éénmaal op te warmen, stel dat we dit 2 x per dag doen.
Daarnaast is het stilstandsverlies van een heel goed geïsoleerde plintboiler ca. 18 watt constant.
Dat betekent dat we per dag 24 uur x 18 watt = 432 watt aan stilstand verlies moeten dekken.
Totaal energie verbruik per dag is dus 2 x 0,46 + stilstandverlies 0,432 kWh is: 1,352 kWh per dag.
noot: In de praktijk wordt natuurlijk meer dan 2 x per dag warmwater gepakt in de keuken, maar tijdens tappen komt er dus water uit de warme combiketel in de plintboiler. De plintboiler hoeft dus niet steeds van 20 naar 60 op te warmen, vandaar dat we voor dit voorbeeld uitgaan van 2 taps om het verbruik van de plintboiler reëel te houden.
Als 1 kWh € 0,23 kost, zijn de kosten per dag 1,352 x 0,23 = € 0,31 (x 365 dagen is 113 euro per jaar)
Nu de situatie zonder plintboiler:
Stel dat de afstand van de combiketel / grote boiler in een woning 12 meter is (de woning heeft een bovenverdieping en zolder) (ca. 7 meter omhoog 7 meter zijwaarts) en er ligt een leiding van 15 mm naar de keuken. Koperen buis van 15 mm heeft een inhoud van 0,133 liter per meter. 12 meter x 0,133 liter = 1,5 liter kouder water wat we niet nodig hadden.
Stel dat de snelheid van de kraan 10 liter per minuut is, ofwel 10 liter per 60 seconden of wel 0,166 liter per seconde, dan duurt 1,5 liter dus 1,5 : 0,166 = 9 seconden. Is dat lang ?
Die 9 seconden gaat natuurlijk uit van het feit dat u een combiketel of boiler hebt op zolder met een voorraad erin. Als het een combiketel is zonder voorraad komt daar de starttijd/reactietijd van de ketel natuurlijk nog bij. Stel dat u 10 x per dag 1,5 liter water wegspoelt i.v.m. wachttijd dan is dat dus 10 x 1,5 liter = 15 liter per dag. (dat is ongeveer gelijk aan 2x de wc doortrekken)
Een liter water kost in Nederland gemiddeld 0,0015 euro. 15 liter dus 0,0225 euro x 365 dagen is: € 8,21 !
We moeten, voor een eerlijke vergelijking, natuurlijk nog wel de energie die het plintboilertje heeft gebracht ook toe rekenen aan de gasketel op zolder. 2 x 0,46 kWh is 0,92 kWh per dag. In een m³ aardgas zit netto 8,53 kWh aan energie.
Dus 0,92 : 8,53 is 0,107 m³ aardgas x € 0,65 (m³ aardgasprijs) = € 0,07 x 365 dagen is € 25,60 per jaar.
Tellen we daar het niet gebruikte water van 8,21 euro bij op is € 33,81 per jaar.
Resume van dit aangenomen praktijkvoorbeeld in euro per jaar (het gaat dus alleen maar om het verschil tussen wel of geen plintboiler, de rest van verbruik voor tapwater staat hier buiten) .
Een comfort situatie met ‘doorstroom plintboiler’ in de keuken kost ons 113 euro per jaar .
Een situatie waarbij we even moeten wachten op het warmwater in de keuken kost ons in euro per jaar 33,81 euro.
We besparen, door even te wachten op warmwater, dus 113,- minus 33,81 = 79,19 euro per jaar.
Nemen we de aanschaf van een plint boiler hierin mee (ca. 240 euro) welke 10 jaar mee gaat, dan besparen we dus met steeds even ‘15 seconden wachten op warm water in de keuken’ 100 euro per jaar.
Gasboiler
De simpelste omschrijving voor een gasboiler is eigenlijk ‘een pan water op het gasfornuis’ . Zo is het eigenlijk begonnen: een buis gevuld met water met een thermostaat erin welke de gasbrander, onder de buis met water, middels een gasblok ontstak om zodoende het water in de buis te verwarmen. Het soort gas kan zowel aardgas, propaan als butaan zijn. Het meest voorkomend is natuurlijk het 'aardgas model'. Tevens bestonden er ook branders welke werden gestookt met 'stookolie' ook wel HBO (Huis Brand Olie) I of II genoemd.
Natuurlijk zijn de technieken in de loop der jaren enorm verbeterd, van de ‘open verbrandingstoestellen’ ook wel bekend als ‘atmosferische boiler’ welke de lucht die nodig is voor de verbranding uit de omgeving haalt naar ‘gesloten HR toestellen’ welke de lucht van buiten halen en uiteraard de rookgassen ook weer buiten vrij laten.(afbeelding)
De HR gasboiler wordt ook wel condenserende boiler genoemd. De modernste en uitgebreidere gasboilers zijn bijvoorbeeld uitgevoerd met Premix branders (het gas/lucht mengsel wordt voor verbranding al met elkaar vermengd om zodoende een optimale verbranding te krijgen) , zijn modulerend (de kracht van de brander kan glijdend van laag naar hoog worden gestuurd), hebben elektronica aan boord met bijvoorbeeld een klokprogramma waarin precies kan worden vastgelegd op welke tijd de boiler met welke temperatuur gereed moet staan, hebben een desinfectie (anti legionella) programma, een storingsuitgang en zijn soms ook nog via internet vanaf afstand te bedienen of aan te sluiten op een GBS (Gebouw Beheer Systeem) en/of domotica installatie.
De gasboiler is vaak uitgevoerd met een geëmailleerd waterreservoir. Hierin is een anode noodzakelijk, in de oude modellen moest de magnesium opofferingsanode periodiek worden vervangen (jaarlijks / twee jaarlijks) in de moderne boiler zit een zgn. zwerfstroom anode welke niet periodiek meer vervangen hoeft te worden.
De meest verkochte gasboilers hebben een inhoud tussen de 80 en 200 liter, die daarboven (tot ca. 400 liter) worden minder verkocht. Indien er echt veel water nodig is door 'gasboilers' dan plaatst men er meestal meerdere bij elkaar.
Voordelen: Doordat er geen transport nodig is van de warmte met een extra pomp is het rendement gunstig. Doordat het vermogen van de brander in verschillende uitvoeringen leverbaar is kan deze, indien gewenst, de boiler bij sommige modellen in korte tijd geheel weer warm zetten. Bij grote hoeveelheden die kort na elkaar getapt worden geeft dit het gewenste comfort (denkt u aan restaurants en kapperszaken).
Nadeel: T.o.v. een combiketel of indirect gestookte boiler moeten er 2 ‘gastoestellen’ worden onderhouden.
Elektrische boiler
Elektrische boilers zijn er in velen inhoudsmaten, afmetingen en vormen. Ze zijn liggend, staand , en hangend verkrijgbaar. Het is een voorraadvat met een elektrisch element er in. Je zou kunnen zeggen een ‘dompelaar in een bak met water’. Er zijn kant en klare boilers met ingebouwd element er in, maar je kunt ook een boilervat nemen welke diverse hydraulische aansluitingen heeft, bijvoorbeeld 2 duims binnendraad en daar een element inschroeven om zodoende zelf je elektrische boiler te bouwen. De elektrische voeding van het element dient te worden geschakeld met een regelthermostaat en vergrendelende maximaalthermostaat.
Ze zijn verkrijgbaar in 230 Volt en in 3 fase (3 x 400 Volt) uitvoering. er zijn er met 1 element maar er zijn er ook met meerdere elementen.
Het is maar net hoeveel voorraad nodig is en hoe snel deze weer warm moet zijn.
Een elektrisch element wordt ook wel ‘elektrische weerstand’ genoemd. Deze elementen zijn er in diverse afmetingen en vermogens.
Bij zo’n element gelden de formules uit de elektra wereld P = U x I en U = I x R
(Een element is een weeststand, er is geen cosinus phi nodig dan)
Waarbij:
P is het vermogen in Watt
U is de spanning in Volt
I is de stroom in Ampère
R is de weerstand in Ohm
Vraag: Ik heb een elektrisch element van 3000 Watt (is 3 kW) voor 230 Volt, wat is de stroom die gaat lopen en wat de weerstand van het element ?
Uitkomst: P = U x I dus 3000 Watt = 230 Volt x I == I is dus 13,04 Ampère
Dan U = I x R dus 230 Volt = 13,04 Ampere x R == R is dus 17,63 Ohm
Er kan dus vrijsnel worden gemeten of een element goed is of niet.
Stel nu dat de fabrikant opgeeft dat je dit element ook op 2 fasen = 400 Volt mag aansluiten wat wordt dan het vermogen van het element ?
U = I x R geeft 400 Volt = I (stroom) x R 17,63 Ohm
I wordt dan dus 22,6 Ampere
Dan volgt weer P = U x I P = 400 Volt x 22,68 Ampere = 9075 Watt of wel 9,075 kW.
Er zijn in de praktijk ook grotere boilers waarbij middels een schakeling tusen 230 Volt en 400 volt, dus 2 trappen in vermogen te maken zijn. Als je dan ook nog meerdere verschillende elementen toepast die alle kunnen wisselen tussen 230 Volt en 400 Volt, dan kun je dus het vermogen steeds naar wens aanpassen.
Het elektrisch element:
Een elektrische boiler moet minimaal een regel- en een vergrendelende maximaal thermostaat hebben.
Dit mag ook een gecombineerde '2 in een huis' thermostaat zijn.
De regel thermostaat schakelt het element bijvoorbeeld onder de 62 °C aan en bij 66°C uit. Als de regel thermostaat dienst weigert schakelt de maximaal thermostaat bij 90 °C (of max. 110°C) het element alsnog uit (!) en vergrendeld dan de stroomtoevoer. Pas na het indrukken van de ontgrendelknop kan de boiler weer in werking komen.
Hier onder een schema van een 230 Volt boiler. Bij grotere 3 x 400 Volt boilers schakelt men alle 3 de fase uit/aan, dit kan door een meerpolige thermostaat of met magneetschakelaars / relais.
Werking capillair: In een buisje zit een vloeistof of gas welke bijverwarmen uitzet, door de uitzetting wordt via de holle draad in de thermostaat mechanisch een veertje omgedrukt welke dan het contact schakelt. Als de capillair weer kouder wordt zal het veertje het contact weer terug laten komen.
Voordeel: De elektrische boiler is een vrij simpel te installeren toestel (geen gasaansluiting) met goede isolatie kent het ook weinig stilstandsverlies.
Nadeel: De energie kosten (in euro) zijn meer per liter te verwarmen tap-water t.o.v. aardgas.
Een elektrische boiler:
Indirect gestookte boiler
Indirect gestookte boilers zijn er in ‘vele pluimages’ met één spiraal met 2 spiralen of zelfs met nog meer spiralen. Ook zijn er zogenaamde 'vat in vat boilers' in het binnenste vat staat dan tapwater met daaromheen (het buitenste vat) cv water.
Kleine boilers kunnen vaak ook hangen, grote boilers zijn alleen staand verkrijgbaar,
Door de spiraal kan tapwater lopen ( doorstroom boiler) met cv-water in de tank, maar veel vaker is het andersom.. door de spiralen loopt 'cv-water' en in de tank zit het tapwater.
Door de spiraal loopt dan het warme ‘CV water’ dat door een ketel of warmtepomp wordt verwarmt.
Omdat de ‘warmte bron’ buiten deze boiler zit noemt men deze ‘indirect gestookt’.
Aandachtspunt: Een indirect gestookte boiler heeft bij aansluiting op een warmtepomp veel meer verwarmend oppervlak (VO) nodig (een langere spiraal) dan bij een combinatie met een CV-ketel. Hoe hoger het temperatuurverschil tussen de bron en tapwater hoe makkelijker de overdracht. Om van het CV water van 80 graden tapwater van 60 graden te maken gaat dus makkelijker dan van warmtepomp water van 58 graden naar tapwater van 55 graden.
Boiler laadsysteem
Een boiler laadsysteem treft u normaalgesproken niet aan in een woning. Een laadsysteem wordt meestal toegepast als een grote hoeveelheid tapwater in korte tijden opnieuw moet worden warm gemaakt. Denkt u bijvoorbeeld aan sporthallen waar heel de dag door wordt gedoucht door sportteams of aan hotels waar in de ochtend op korte tijd een flinke spits is.
En een laadsysteem wordt ook wel toegepast in grote gebouwen waar voor verwarming van het gebouw een groot vermogen is opgesteld en waar het verwarmingstoestel (bijvoorbeeld cv-ketel) ook het tapwater moet doen. Het overdrachtsvermogen van een spiraal in een tank, of een tank in tank, is meestal beperkt. Met een platenwisselaar kan direct en snel meer vermogen worden overgebracht aan het tapwater.
De vaten die hiervoor toegepast worden bevatten geen spiraal maar zijn 'leeg'. Als de totaal ketel vermogen groter is dan 45 kW (en dus naast het tapwater ook nog cv verwarming doet) wordt een dubbelwandige platenwisselaar toegepast om aan de Nederlandse eisen te voldoen. De wisselaar kan helemaal los van het vat staan, maar en zijn (om het de installateur makkelijk te maken) ook vaten verkrijgbaar waaraan de wisselaar direct is gekoppeld.
Het hart van een boileroplaadsysteem bestaat uit 4 componenten: een oplaadboiler, een warmtewisselaar, een regelaar en een oplaadpomp. Daarnaast is er ook een passende ketel of andere warmtebron nodig voor het leveren van warmte. Het grote voordeel van deze manier van het maken van warm water is dat tapwater via de platenwisselaar meteen wordt opgewarmd van 10°C naar ca. 70°C. dit in tegenstelling tot bij indirect gestookte boilers, waarbij het tapwater geleidelijk op de gewenste temperatuur wordt gebracht. Een ander groot voordeel is dat een aangesloten HR-ketel of andere warmtebron een hele lage retourtemperatuur aangeleverd krijgt, wat erg gunstig is voor het opwekrendement.
Energy label / Ecodesign (ErP) / energie-efficiëntie label
Het begon allemaal met witgoed (koelkasten, vaatwassers, wasmachines, ovens) in de jaren ’90, na de eeuwwisseling is dit langzaam maar zeker uitgebreid naar o.a. tv-toestellen en zelfs stofzuigers dienen nu het Europese ErP energielabel te dragen. “ErP” staat voor energiegerelateerde producten.
Voor producenten van ketels, warmwaterbereiders en voorraadvaten zijn nu ook energie-efficiëntie eisen voor energie-efficiënte oplossingen (de Ecodesign richtlijn) van toepassing. Deze richtlijn heeft als doel de consument bewust te maken van de positieve gevolgen voor het klimaat door het verminderen van de particuliere energievraag. Dit proces begint bij een weloverwogen aankoopbeslissing.
Voor gebouwgebonden installaties, zoals ketel en warmwaterbereiders tot 400 kW en warmwater voorraadvaten tot 2000 l, heeft de Europese Commissie besloten dat vanaf 26 september 2015 fabrikanten deze uitsluitend mogen verkopen indien de producten voldoen aan de nieuwe minimumeisen voor energieverbruik en milieubescherming.
Vanaf 26 september 2015 mogen producten, die niet voldoen aan de nieuwe eisen voor energieverbruik en milieubescherming, niet meer door de fabrikant in de handel worden gebracht. Fabrikanten bevestigen aan de richtlijnen te voldoen door middel van de CE-markering op het product.
Nieuwe producten moeten een label bevatten:
Producten die in een showroom gepresenteerd worden dienen voorzien te zijn van het energie-efficiëntie label op de voorzijde van het product. Bij verkoop via de installateur dient de offerte aan de eindgebruiker voorzien te zijn van het energie-efficiëntie label en de datasheet. Bij een totaalsysteem, bijvoorbeeld een combinatie van een HR-ketel met een zonne-energiesysteem, dienen niet alleen de individuele producten een label te bevatten, maar ook het systeem als geheel.
-Tot en met 26 september 2015 mocht nog geleverd worden met een label G, vanaf september 2017 mogen alleen warmwater voorraad tanks verkocht worden met label A+ tot F.
Het label is uniform aan die van andere producten: groen betekend efficiënt, rood is minder efficiënt.
Wat gewogen is bij de totstandkoming is het stilstand verlies in Watt t.o.v. de inhoud in liters bij vastgestelde temperaturen van tank omgeving en tankinhoud.
In formule vorm; Waarbij S het verlies in Watts is en V is de inhoud van de tank in liter;
En in grafiek vorm:
In bovenstaande afbeelding ziet u het comfort advies / CW label
Voorbeeld: heeft u 2 baden en 1 douche dan wordt comfortlabel L wat overeenkomt met CW 5 aanbevolen.
Bovenstaand tapwaterprofielen (comfort niveau's) en de rendementswaarde (uitkomst berekening) waaraan per profiel moet worden voldaan.
Comfort-klasse tapwater
Klasse | CW klasse |
liter/min 60ºC |
liter/min 40ºC |
Toepassing |
M | CW3 | >6,0 | >10,0 | keuken of douche |
L | CW4 | >7,5 | >12,5 | keuken of douche of bad |
XL | CW5 | >9,0 | >15,0 | keuken of luxe douche of bad |
XXL | CW6 | >11,0 | >18,0 |
keuken en stortdouche of bad |
Bij cv-ketels spreekt men over de CW waarde, bij warmtepompen over M,L,XL, of XXL.
Bij warmtepompen is altijd een voorraadvat met tapwater (boiler) nodig.
Bij ketels met een flink vermogen niet, daar kan de warmte bijvoorbeeld direct via een platenwisselaar worden overgedragen aan het tapwater.
Woningborg stelt eissen aan de boiler-inhoud:
Regels tapwater verwarming in Nederland
NEDERLAND M.B.T. AANSLUITEN / TOEPASSEN:
Onderstaand de regels voor o.a. voorraad toestellen warmwater. Met namen met betrekking tot Dubbele Scheiding, als de opgestelde ketel voor indirecte verwarming tapwater een vermogen heeft groter dan 45 kW en naast tapwater ook de verwarming voorziet van warmte, is een regeling die alleen NEDERLAND kent. Wellicht dat later, met steeds verdergaande Europese richtlijnen, deze regel ook in ons land wordt opgeheven. Maar anno 2016 is deze regel nog steeds van kracht.
De andere regels treft u, op vergelijkbare wijze, ook in andere landen.
WATERWERKBLAD WB 4.4 B DATUM: SEPT. 2007 WARMTAPWATERINSTALLATIES
Beveiligingen, Samenwerkende Drinkwaterbedrijven
Met betrekking tot de beveiliging van warmtapwaterinstallaties is in NEN 1006 (AVWI 2002) het volgende gesteld:
- Het warmtapwatertoestel moet tegen te hoge temperatuur en zonodig tegen te hoge druk zijn beveiligd.
- In de drinkwaterleiding naar het warmtapwatertoestel mag geen warmtapwater kunnen terugstrome
- Voorraadwarmtapwatertoestellen moeten volledig kunnen worden geledigd.
- In warmtapwaterinstallaties moet het mogelijk zijn om de temperatuur van het door een warmwatertoestel geleverde warmtapwater te kunnen meten.
- In circulerende systemen moet in iedere afzonderlijke (deel)ring de temperatuur kunnen worden gemeten.
Een leidingwaterinstallatie moet zo zijn uitgevoerd dat:
- het water bij de tappunten met het oog op de volksgezondeid betrouwbaar is voor het gebruik
- deze veilig is voor leven en/of eigendommen van de gebruiker en derden
- de levering van leidingwater bij derden niet nadelig wordt beïn vloed
- de kwaliteit van de verschillende soorten leidingwater niet door verbindingen onderling of anderszins nadelig wordt beïnvloed.
Verder:
- De aansluiting van een gevaarlijk toestel moet zijn voorzien van een terugstroombeveiliging. De aard van de terugstroombeveiliging moet zijn aangepast aan de mate van gevaar van het toestel en de daarin aanwezige stoffen.
- In de leidingwaterinstallatie geplaatste beveiligingstoestellen moeten zo zijn aan gebracht dat zij gemakkelijk kunnen worden onderhouden en vervangen. De controleerbare beveiligingstoestellen moeten tevens zo zijn aangebracht dat deze gemakkelijk kunnen worden gecontroleerd.
- Tussen een beveiligingstoestel tegen te hoge respectievelijk te lage druken en het te beveiligen deel van de leidingwaterinstallatie mag geen afsluitmogelijkheid aanwezig zijn.
- Aan de instroomzijde van een toestel, dat door zijn aard aanleiding geeft tot bijzonder onderhoud, moet een afsluitmogelijkheid zijn aangebracht
Definities
- vermogen : Hoeveelheid energie welke per tijdseenheid door het toestel wordt overgedragen aan het warmtetransporterende medium (cv - water)
- nominaal vermogen van de cv - ketel: vermogen t.b.v. ruimteverwarming onder normale condities volgens opgave van de fabrikant.
- primair medium : Het warmteoverdragend medium.
- secundair medium : Het te verwarmen drinkwater.
- warmtewisselaar : Een toestel waarin warmte - uitwisseling plaatsvindt tussen het primaire en secundaire medium.
- warmtewisselaar met enkele scheidingswand : Een warmtewisselaar, waarbij het primaire en secundaire medium door één wand zijn gescheid en.
- warmtewisselaar met dubbele scheidingswand : Een warmtewisselaar, waarbij het primaire en secundaire medium door twee wanden zijn gescheiden.
- tussenmedium : Het medium dat zich bij een dubbele scheidingswand bevindt tussen de wanden die het primaire en secundaire medium van elkaar scheiden.
- primaire zijde : De zijde van de warmtewisselaar die in aanraking komt met het primair medium.
- secundaire zijde : De zijde van de warmtewisselaar die in aanraking komt met het warmtapwater.
- geiser : Een toestel of toestelonderdeel uitsluitend bedoeld voor de opwekking van warmtapwater, waarbij de energietoevoer, direct verwarmd, uitsluitend tijdens stroming van tapwater kan plaatsvinden.
- Boiler: Een toestel met voorraad waarin warmtapwater wordt opgewarmt en verblijft.
Beveiliging
Beveiligingen tegen terugstromen van warmtapwater In de drinkwatertoevoer naar het warmtapwatertoestel, uitgezonderd geisers, moet nabij het toestel, ter beveiliging tegen terugstromen van warmtapwater, een controleerbare keerklep (EA) zijn aangebracht
Beveiligingen tegen het optreden van te hoge druk in de warm - tapwaterinstallatie Uitgezonderd geisers moeten warmtapwatertoestellen, die werken onder hogere dan atmosferische druk, ter beveiliging tegen te hoge druk zijn voorzien van een op of nabij het toestel aangesloten ontlastklep. De ontlastklep moet in de koudwater aansluitleiding van het toestel worden aangebracht. De openingsdruk van de bedoelde ontlastklep moet gelijk of lager zijn dan de druk waarvoor het warmtapwatertoestel is ontworpen en minimaal 100 kPa hoger zijn dan de werkdruk ter plaatse van het warmtapwatertoestel. De openingsdruk van de ontlastklep van een in serie geplaatst secundair warmtapwatervoorraadtoestel, dat op een lagere etage is opgesteld dan het primaire toestel, moet op een waarde zijn afgesteld van minimaal 200 kPa boven de waarde van de openings - druk van de ontlastklep van het primaire warmtapwatertoestel. De openingsdruk van de ontlastklep van het in serie geplaatste secundaire warmtapwatervoorraadtoestel mag niet hoger zijn dan de druk waarvoor het warmtapwatertoestel is ontworpen. De ontlastklep moet voor de afvoer van het expansiewater zijn voor zien van een afvoerleiding die door middel van een zichtbare onderbreking van tenminste 20 mm is aangesloten. De afvoerleiding moet vorstvrij zijn gelegd. Tussen de keerklep en het warmtapwatertoestel, als mede in de warmtapwaterleiding mag geen drukexpansievat of waterslagdemper worden aangebracht (de ontlastklep moet regelmatig werken)
.
Afsluitmogelijkheden; Aan de instroomzijde van het warmtapwatertoestel moet een afsluitmogelijkheid zijn aangebracht. Genoemde appendages worden veelal gecombineerd uitgevoerd als inlaatcombinatie. Afzonderlijke appendages moeten eveneens aan de instroomzijde worden aangebracht. De volgorde gezien vanuit de stroomrichting is: afsluiter, keerklep, ontlastklep.
Beveiliging tegen onderdruk: Ter voorkoming van schade aan een voorraadwarmtapwatertoestel door onderdruk moet zonodig (opgave fabrikant of anderszins) een beveiligingstoestel worden gemonteerd. (aanvulling: Bijvoorbeeld een beluchter / vaak van toepassing bij koperen boilers)
Aftapmogelijkheid voorraadtoestellen Voorraadwarmtapwatertoestellen moeten geheel kunnen worden geledigd. Hiervoor moet de benodigde voorziening aanwezig zijn.
Beveiliging tegen verontreiniging door vreemde stoffen bij warmtapwatertoestellen met indirecte verwarming (warmtewisselaars) waarbij het (gezamenlijk opgesteld) nominaal vermogen van de cv - ketel( s) < (kleiner dan) 45 kW is Bij een installatie waarvan het primair medium, water van de centrale verwarmingsinstallatie is, mag (mogen) de warmtewisselaar(s) ten behoeve van de warmtapwatervoorziening (apart opgesteld of in een combiketel) zijn uitgevoerd met een enkele scheidingswand, mits:
- het (gezamenlijk opgesteld) nominaal vermogen van de cv - ketel(s) kleiner of gelijk is aan 45 kW;
- de warmtewisselaar(s) voldoe(t)(n) aan de eisen zoals gesteld in de Kiwa BRL - K656;
- de centrale verwarmingsinstallatie aan de primaire zijde uitsluitend is gevuld met drinkwater of een voor het doel geëigende vloeistof, waarop het K iwa - Attest op toxicologische aspecten ( Kiwa ATA) is afgegeven . Er mogen dus GEEN andere chemicaliën of stoffen aan toe worden gevoegd. Indien niet of niet geheel aan het bovenstaande wordt voldaan, moet een warmtewisselaar met een dubbele scheidingswand worden toegepast.
Opmerking Er dient rekening mee gehouden te worden dat leveranciers van deze toestellen een vulling van de installatie met een ander medium dan uitsluitend drinkwater veelal niet toestaan.
Dubbele scheiding
Beveiliging tegen verontreiniging door vreemde stoffen bij warmtapwatertoestellen met indirecte verwarming (warmtewisselaars) waarbij het (gezamenlijk opgesteld) nominaal vermogen van de cv - ketel(s) (groter dan) > 45 kW is. Indien het primaire medium wordt verwarmd door een cv - installatie met een (gezamenlijk opgesteld) nominaal vermogen groter dan 45 kW dan moet(en) de warmtewisselaar(s) ten behoeve van de warmtap - watervoorziening (apart opgesteld of in een combiketel) zijn uitgevoerd met een dubbele scheidingswand * . Tevens moet(en) de warmtewisselaar(s) voldoen aan de eisen die gelden voor warmte - wisselaars met dubbele scheidingswand zoals gesteld in de Kiwa BRL - K656. * Ketels met een vermogen > 45 kW die niet zijn gekoppeld aan de CV - installatie en alleen zijn bedoeld voor warmtapwater kunnen worden uitgevoerd met een warmtewisselaar met een enkele scheidingswand. In onderstaande figuur is een voorbeeld gegeven waarbij het gezamenlijk opgesteld nominaal vermogen van de cv - ketels 40 + 40 = 80 kW is. Hiervoor is dus een dubbele scheiding vereist. De warmtewisselaar in het warmtapwatertoestel (boiler) moet zijn voorzien van een dubbele scheiding. Ook is het mogelijk dat in het leidingwerk tussen de boiler en de cv - ketels een separate warmtewisselaar met dubbele scheiding wordt gemonteerd. Let op dat bij de bepaling van het gezamenlijk opgesteld nominaal vermogen alleen om de cv - ketels t.b.v. ruimteverwarming gaat en de boiler voor het warmtapwater hier bij niet betrokken moet worden.
Figuur : Principeschets van een indirecte verwarming van een warmtapwatervoorziening in combinatie met een CV installatie, waarbij het nominaal vermogen van de CV ketels t.b.v. ruimteverwarming > 45 kW is
Het tussenmedium mag niet toxisch zijn. Indien hiervoor een vloeistof wordt gebruikt, dan is toegestaan drinkwater of een voor het doel geëigende vloeistof, waarop het Kiwa - Attest op toxicologische aspecten (Kiwa ATA) is afgegeven. Er mogen dus GEEN andere chemicaliën of stoffen aan toe worden gevoegd. De druk van het tussenmedium tussen de twee scheidingswanden mag ter plaatse van het warmtapwatertoestel maximaal 100 kPa bedragen. Ter beveiliging tegen een te hoge druk van het tussenmedium moet een voorziening worden aangebracht. Indien het primaire medium wordt geleverd door een openbaar stads - verwarmingsbedrijf, waarbij tussen dit bedrijf en het waterleidingbedrijf een "Beheersovereenkomst" (bijvoorbeeld het model van VEWIN) is aangegaan, mag een warmtewisselaar met een enkele scheidingswand worden toegepast
TIP: SPECIAAL VOOR DRINKWATER INSTALLATIES IS EEN WEBSITE OPGERICHT MET NAMEN MET BETREKKING TOT REGELS EN REGELGEVING; http://www.infodwi.nl
Legionella bescherming
Legionella is een bacterie die de veteranenziekte of legionellagriep veroorzaakt. De ziekte kan ontstaan wanneer mensen de bacterie inademen, bijvoorbeeld in een douche of via een sproei-installatie. De in Nederland bekendste uitbraak was die tijdens de Westfriese Flora in Bovenkarspel in 1999. 200 mensen werden tijdens deze epidemie ziek, 32 overleden aan de gevolgen van Legionella. Waarschijnlijk waren er echter meer doden, maar deze patiënten waren reeds begraven voordat de ziekte als zodanig herkend was. De besmetting bleek te zijn ontstaan in twee stands van de bijbehorende consumentenbeurs, waar bubbelbaden waren tentoongesteld.
Factoren voor de groei van legionella zijn:
Water
Het bovenstaande betekent dat de bacterie niet groeit in een droge omgeving.
Voeding
Diverse aminozuren en metalen zijn nodig als voedingsstof voor de bacterie. Deze zijn vaak in lage concentraties in water aanwezig en in resten van andere bacteriën.
Warmte
De bacterie heeft een optimale groeitemperatuur van ongeveer 37°C en sterft af bij temperaturen van boven de 55°C. Bij lage temperaturen kan de bacterie wel overleven maar niet vermenigvuldigen.
Zuurstof
De bacterie heeft zuurstof nodig om te groeien. In volledig stilstaande leidingdelen (waar de zuurstof is verbruikt) wordt dan ook weinig legionella aangetroffen. Veel vaker wordt legionella aangetroffen in systemen die sporadisch gebruikt worden (brandhaspels in warme ruimten bijvoorbeeld).
Vestigingsplaats
De bacterie gedijt goed in de zogenaamde biofilm in leidingen. Deze vormt ‘houvast’ voor de bacterie maar dient ook als voedingsbron.
Door de bovenstaande factoren te beheersen / controleren (de zogenaamde beheersmaatregelen) kan legionellagroei beperkt of voorkomen worden.
Een direct gestookte boiler, of indirect gestookte middels een cv-ketel, kunt u dus het best tot 65°C verwarmen en houden.
Daarnaast kunt u jaarlijks de boiler een keer laten spuien. Omdat het onder in de boiler steeds relatief het koudst is, is de kans op verontreiniging daar het grootst. Als de boiler onderaan een aftapkraan heeft kunt u daar een slang aanmaken en de boiler enkele minuten aftappen met de waterleiding druk er nog op. Is er geen aftapper dan kan het installatie bedrijf eventueel druk zetten op de warmwater aansluiting en spuien via de koud water aansluiting. Ook weinig gebruikte tappunten in het gebouw/woning kunt u even door laten spoelen.
Als de boiler wordt verwarmt door een warmtepomp (55 °C)
Volgens de richtlijnen van ISSO publicatie 30.5 en 55.1 dient wekelijks de boiler gedesinfecteerd te worden.
Dat kan door één van deze 3 methode:
De gehele boiler inhoud op 60 °C brengen en daar minstens 20 minuten op laten staan.
De gehele boiler inhoud op 65 °C brengen en daar minsten 10 minuten op laten staan.
De gehele boiler inhoud op 70 °C brengen en daar minsten 5 minuten op laten staan.
Warmtepompen met koudemiddel R407C of R410A halen deze temperaturen niet, de compressor brengt de boiler op de hoogst mogelijk haalbare temperatuur waarna een elektrisch element het overneemt voor het laatste stukje temperatuur verhoging.
De warmwater temperatuur aan het tappunt moet in Nederland 55°C bedragen (NEN 1006) . (Als er een circulatieleiding is 60°C)
Douche
U kunt veilig douchen als de temperatuur van het douchewater in uw warmwatertoestel afgesteld is op minimaal 55°C. Bij temperaturen boven de 55°C wordt de bacterie gedood.
Bent u langer dan een week niet thuis geweest? Laat dan het koude en warme water een minuut stromen. Het beste kunt u de douchekop onderdompelen in een emmer met water.
De legionellabacterie kan zich vermenigvuldigen in een warmwatertoestel met een voorraadvat, zoals elektrische boilers en bepaalde typen combiketels, waarin de temperatuur te laag is afgesteld. Een geiser heeft geen voorraadvat, zodat de bacterie geen kans krijgt zich te vermenigvuldigen.
Douches van zwembaden
Douchewater is vrijwel nooit gechloreerd. Douches vormen een risico als de watertemperatuur in het warmwatersysteem, dus vóór het mengen met koud water, lager is dan 60 °C. Dit is met name het geval bij douches met een drukknopsysteem.Daarnaast kunnen whirlpools en bubbelbaden in deze publieke gelegenheden een risico vormen. Het is belangrijk dat er voor deze baden een goed desinfectiesysteem bestaat volgens voorschrift van de fabrikant. Voor uw eigen veiligheid kunt u dit navragen bij de beheerder van sauna- of zwemgelegenheid.
Sauna
Sauna’s vormen een gering risico als de juiste voorzorgsmaatregelen zijn genomen. Deze maatregelen bestaan uit een goed werkende installatie en periodieke controles. U kunt bij de receptie van de sauna vragen naar de resultaten van deze controles.
Kampeerterreinen en hotels
Douches op kampeerterreinen vormen misschien een risico, maar in de praktijk is gebleken dat dit risico beperkt is. De sanitaire voorzieningen worden meestal al in gebruik genomen als de temperatuur nog betrekkelijk laag is, waardoor het water in de leidingen nog geen 25 °C bereikt en de legionellabacterie dus geen groeikansen heeft. Bij twijfel laat u eerst het water een tijdje lopen om de leidingen door te spoelen.
Op grotere campings kan het voorkomen dat pas tegen het hoogseizoen meer sanitairgebouwen worden geopend. Dan kan de watertemperatuur tot meer dan 25 °C opgelopen kan zijn. Voor boilers op campings in Frankrijk is een temperatuur van minimaal 60 °C verplicht. Vraag het vooral aan de campingeigenaar of -beheerder als u twijfelt.
Kranen
Ook kranen waarvan de leidingen bovengronds of bijna bovengronds liggen, kunnen een risico vormen. Door de buitentemperatuur kan het water daarin worden opgewarmd tot tussen de 25 en 55 °C, vooral als de kraan weinig wordt gebruikt. Dergelijke kranen kunnen een bron zijn van bacteriën waaronder legionella. Vooral als het water wordt gebruikt voor het douchen of sproeien.
Hotels
Hotels in Nederland moeten zorgdragen voor een veilig waterleidingsysteem. De VROM-Inspectie houdt hier samen met de drinkwaterbedrijven toezicht op.
Twijfelt u aan het watersysteem? Laat dan het koude en warme water twee minuten stromen. Het beste kunt u de douchekop onderdompelen in een emmer water of het sproeistuk eraf draaien. Is dit niet mogelijk? Hou dan de douchekop dicht bij het afvoerputje. Ventileer of verlaat voor de zekerheid de ruimte.