Woning isolatie / kierdichtheid
- Warmteverliezen van een woning
- Dak-isolatie, isoleren van een dak
- Tussenvloer-isolatie, isoleren van een tussen vloer
- Vloer-isolatie, isoleren van de beganegrond vloer en/of kruipruimte
- Muur en spouwmuur isolatie, isoleren van muren
- Kosten en baten van isoleren
- De breinaald methode
In bovenstaande afbeelding ziet u waar warmteverliezen zitten in een niet geisoleerde woning**
- Tot 35% via een niet geisoleerd dak
- Tot 25% via ramen en deuren (enkel glas en kieren)
- Tot 35% via buitenmuren (niet geisoleerd en koudebruggen)
- Tot 15% via de vloer
- Tot 10% via allerlei kieren en koudebruggen
** U leest tot een percentage, naar gelang de leeftijd of bouwsteil van de woning kan dit natuurlijk ook minder zijn.
In de praktijk hanteert met ook wel het 30-20-10 principe / ezelsbruggetje: 30% dak, 20 % muur en beglazing, 10% vloer.
In een niet of slecht geisoleerde woning gaat dus veel energie verloren.
Dak isolatie / dak isoleren PLAT DAK
Om te beginnen maken we dus onderscheid tussen een hellend dak (schuindak) en een vlak dak (platdak)
En een zogenaamd 'warmdak' en 'kouddak' .
Dat we een onderscheid maken tussen een ‘warmdak’ en ‘kouddak’ heeft alles te maken met de kans dat condensvorming plaats gaat vinden.
relatieve vochtigheid
Relatieve vochtigheid is de verhouding tussen wat er aan waterdamp in lucht aanwezig is en wat er maximaal in zou kunnen. De relatieve vochtigheid is afhankelijk van de temperatuur (en van de luchtdruk maar die speelt in een woning bijna geen rol). Binnenshuis is de hoeveelheid waterdamp vooral afhankelijk van wat de bewoners produceren; mensen, dieren, douchen, koken, wassen, drogende was e.d. produceren 5-10 liter per huishouden per etmaal. Hoe meer waterdamp in de lucht aanwezig is, hoe hoger de relatieve vochtigheid.
Deze verhouding wordt vaak in een percentage uitgedrukt. De relatieve vochtigheid (RV) wordt uitgedrukt in een percentage. Een relatieve vochtigheid van 100% betekent niet dat de ruimte onder water staat, maar dat de lucht bij de temperatuur in die ruimte niet nóg meer waterdamp kan bevatten.
Warme lucht kan meer waterdamp bevatten dan koude lucht. Als deze warme lucht afkoelt kan er dus ‘vocht / condens’ vrij komen. Als het binnen warm en vochtig is en buiten koud dan heeft u vast al eens waargenomen dat er condens op de ramen komt. Het vocht in de warme lucht komt nl. vrij als de warme lucht afkoelt. Die koudere lucht kan immers minder vocht bevatten. Als u met ’n paar mensen in een stilstaande auto (zonder ventilatie) gaat zitten met de ramen dicht merkt u ook dat de warme lucht die u uit ademt zich binnen de kortste keren uit als condens op de ramen.
Deze condensvorming kan dus ook voorkomen bij koude bruggen, muren en daken in uw woning.
Bij het isoleren moeten we hier dus aan denken !
Bij een platdak is eigenlijk alleen een 'warmdak' goed . De isolatie hoort boven op het dak te zitten.
Een (vroeger) vaak gemaakte fout is bovenstaand kouddak , door isolatie op het plafond aan te brengen ontstond tegen de dakplaten condens waardoor de dakplaten gingen rotten.
Bij een koud dak zit de isolatie aan de onderzijde van de dakconstructie.
Dit type platte daken wordt tegenwoordig niet meer toegepast.
Doordat ingesloten vocht niet gemakkelijk weg kan komen, kan de dakconstructie beginnen rotten. Een koud dak waarvan de dakstructuur nog in goede staat is, kan worden omgebouwd tot een warm dak. Eventuele isolatie mag blijven zitten, op voorwaarde dat het materiaal nog in goede staat is, en de nieuwe isolatielaag een hogere R-waarde* heeft dan de laag eronder. Vraag raad aan een expert.
Mocht men toch niet om een koud dak heen kunnen, dan is de vuistregel voor een condensloze situatie dat de temperatuur tussen de isolatie en het dakbeschot, hetzelfde moet zijn als de buitentemperatuur.
Dit komt er in het kort op neer, dat er zeer sterk geventileerd moet worden.
Aandachtspunten bij een koud dak zijn: ventilatie en nog eens ventilatie. Wanneer men de isolatie aan de zijkanten van het plafond te hoog doorzet, kan er niet goed worden doorgeventileerd en dit is het begin van condensatie problemen. De dampremmende laag aan de binnenkant (onderkant balklaag) wordt vaak onderbroken door bijvoorbeeld elektrische leidingen. Dit dient men zoveel mogelijk te vermijden. Het mag duidelijk zijn dat een warm dak dan ook de voorkeur geniet. Een koud dak is in feite gebaseerd op verouderde kennis en technieken.
Resume: Als u een bestaand plat dak heeft wat in het geheel niet is geïsoleerd, kunt u beter niet beginnen met isolatie aan de onderzijde van het platdak. Wacht dan liever tot de bitumen afdekking buiten aan vervanging toe is, of overweeg om deze meteen te vervangen. Breng dan isolatie aan boven op uw dak!
Dak isolatie - dak isoleren - hellenddak (schuindak)
Bij nieuwbouw wordt tegenwoordig altijd gekozen voor een ‘warmdak’ dit geeft immers de beste isolatiewaarde en de minste kans op vocht / condens problemen. Bij een warmdak zit het dakbeschot aan de ‘warme kant’ van de isolatie.
Bij een schuindak is de mogelijkheid voor isoleren aan de binnenzijde makkelijker dan bij een platdak. Het dakbeschot in oudere woningen bestaat namelijk vaak uit planken welke niet waterdicht afsloten, het pannendak zorgde immers voor de hemelwaterafvoer. Door dat er ventilatie is tussen de planken kan isolatie aan de binnenkant makkelijker condensvrij worden aangebracht. De isolatie dient van de ‘planken’ vandaan aangebracht te worden zoals in bovenstaande afbeelding. Tegenwoordig zijn er platen voor tussen de balken te koop welke meteen isolatie, een dampwerende laag en een afwerklaag bevatten.
Wat nog beter is.
Lees altijd goed de voorschriften die horen bij het isolatiemateriaal dat je hebt gekozen.
Glaswol of steenwol: gebruik bescherming
Kies je materiaal dat uit vezels bestaat zoals glaswol of steenwol? Gebruik dan handschoenen, draag lange mouwen en een stofkapje (type P2), en zorg voor genoeg ventilatie. Vezels kunnen namelijk irritatie veroorzaken. Spoel je huid na het werk af met lauw water zonder zeep. Houd de werkplek schoon met een stofzuiger of een dweil.
Geen kieren of naden
Voor de isolatiewaarde in de praktijk is het van groot belang dat het materiaal goed aansluit, zonder kieren tussen verschillende stukken (platen, banen) en netjes tegen de randen van muren en dakbalken. Vul eventuele kieren op met restjes van het isolatiemateriaal, acrylaatkit, of plak ze af met tape. Er gaat dan geen warmte onnodig verloren.
Dampremmende laag of klimaatfolie aan binnenkant
Plaats het isolatiemateriaal zo, dat de dampremmende laag (of de klimaatfolie) aan de warme kant zit: dus aan de binnenzijde. Heeft het isolatiemateriaal zelf geen dampremmende laag, breng dan een dampremmende laag tegen het isolatiemateriaal aan. De laag moet aan de zolderkant komen (werk je het netjes af met bijvoorbeeld gipsplaten, dan zit de laag tussen het isolatiemateriaal en de gipsplaten in). Zit er al een dampremmende laag aan de buitenkant van je dak, gebruik dan klimaatfolie.
Harde kunststofschuim isolatieplaten (EPS, XPS, PIR, PUR) zijn bij een dikte van minstens 6 cm voldoende dampremmend (je hebt dan geen extra dampremmende laag nodig). Maak wel de naden tussen platen en langs randen dicht met acrylaatkit of aluminiumtape. Boven een badkamer is aanbrengen van een dampremmende folie alsnog aan te bevelen.
Aanbrengen en afwerken folie
Breng eventuele dampremmende folie of klimaatfolie op de juiste plaats en manier aan en werk de naden goed af: met 20 centimeter overlap, met tape of latjes op de aansluiting met dakbalken of muren. Anders kan er vocht in de constructie komen.
Afwerken binnenkant
Je kunt het dak eenvoudig afwerken met gipsplaten of houten schroten. Er zijn ook isolatieplaten te koop met een kant en klare witte afwerklaag.
Soorten folies voor je dak
Er zijn verschillende soorten folies met verschillende functies. Dampdichte en dampremmende folies laten nauwelijks waterdamp door en worden toegepast aan de warme binnenkant van schuine daken als afwerking van de isolatielaag. Ze voorkomen dat vocht in de constructie komt. Als de koude kant van het dak damp-open is, kan de constructie naar buiten toe drogen.
Zit er al een dampdichte of dampremmende laag in het dak? Dan moet je bij het isoleren klimaatfolie gebruiken. Dat is een vochtregulerende folie: dampremmend als het buiten koud is en damp-open in de zomer zodat vocht uit het dak kan ontsnappen.
De noodzaak van klimaatfolie
Klimaatfolie heeft een dubbele functie. In de winter voorkomt het dat waterdamp in de isolatielaag en dakconstructie kan trekken. In de zomer laat het vocht uit de isolatielaag en dakconstructie ontsnappen.
In ieder huis komt waterdamp in de lucht door koken, douchen, de was drogen en door het ademen van de bewoners. De waterdamp trekt ook de dakconstructie in. In een niet-geïsoleerd, damp-open dak kan de waterdamp door het dak heen naar buiten ontsnappen (of naar binnen in de zomer). In een geïsoleerd dak is de warme binnenkant van het dak dampremmend gemaakt om te voorkomen dat vocht van binnenuit in het dak terecht komt. Er kan echter van binnen of buiten altijd wat vocht in het dak komen. Als de koude buitenkant damp-open is, kan het vocht ontsnappen. Maar als de dakconstructie aan de koude buitenkant ook voorzien is van een dampremmende laag, kan de waterdamp niet verder en condenseert op deze koude buitenlaag. Door de dampremmende isolatielaag kan het vocht niet terug naar binnen, op het moment dat daar de lucht droger is. De dakconstructie wordt dan nat en kan gaan rotten. Je lost dit probleem op door aan de binnenzijde van de isolatie een vochtregulerende klimaatfolie aan te brengen.
Extra materiaal aanbrengen
Is er aan de binnenkant van het dak voldoende ruimte voor extra isolatie, dan kan je de bestaande isolatielaag en afwerking laten zitten en daartegen een extra laag isolatie aanbrengen. De bestaande laag is meestal dampremmend, werk de nieuwe laag daarom af met klimaatfolie en gipsplaten of schroten. De materialen mogen tegen elkaar worden aangebracht, er is geen extra spouw of ventilatieruimte tussen isolatie materialen nodig.
Tussenvloeren isoleren
Vloerisolatie / Isoleren van de vloer
Kruipruimte
Woningen van na 1970 hebben vaak een kruipruimte onder de vloer. Een kruipruimte is na gelang de hoogte ervan goed te isoleren. Er zijn verschillende methode voor, het aanbrengen van isolatie dekens tegen de vloer, het spuiten van PUR tegen de vloer enz. Ook de bodem en wanden van een kruipruimte kunnen worden geïsoleerd. Vooral bij hoge grondwaterstanden kan het isoleren van de kruipruimtebodem ook een goede keuze zijn. Er zijn waterdichte afsluitingen maar er kan bijvoorbeeld ook worden gedacht aan een schelpenvloer bodem in de kruipruimte. Naast energiebesparing zijn er ook andere redenen om uw kruipruimte te laten isoleren: Schimmelvorming, muffe lucht en/of veel vocht klachten in de woning. Natuurlijk speelt ook het goed ventileren van de kruipruimte een grote rol in deze. Schakel een vakman in om de beste methode vast te laten stellen.
Houten vloer
Sommige woningen hebben nog een houten vloer, met daaronder zand, of een kleine kruipruimte. Bij dit type vloer wordt meestal de vloer uitgebroken, dan is er voldoende plaats om dikke isolatie aan te brengen op het zand (bijvoorbeeld piepschuim), daarop komt natuurlijk bewapening (beton ijzer) en kan een betonnen vloer worden gestort.
Direct op het zand
Er zijn ook nog veel jaren 60 woningen waarbij de begane grondvloer direct op het zand is gestort, Helaas is het isoleren van dit type vloeren een erg kostbare (of bewerkbare) klus. Onder de vloer komen kan niet .. wat rest is om de vloer uit te breken of gedeeltelijk uit te breken (bijvoorbeeld de afwerklaag eraf te halen). Als je dan gaat isoleren en weer afwerken komt je vloer meestal hoger te liggen. Vaak moeten deuren in de woning dan worden aangepast naar de nieuwe situatie.
Muurisolatie / isoleren van de muren
Spouwmuur isolatie het isoleren van de spouw
Woningen gebouwd tussen 1920 en 1975 hebben in principe een spouw, maar in de meeste gevallen geen spouwmuurisolatie. Bij deze woningen is het zeer interessant om spouwmuurisolatie aan te laten brengen.
Woningen van 1975 tot 1990 hebben meestal al isolatie in de spouw, maar ik veel gevallen een minimale isolatie. Als u bijvoorbeeld een spouw heeft van 7 cm (wat vaak het geval is) en er zit 3 cm glaswol in, dan loont het alsnog de moeite de overige 4 cm aan te laten vullen met bijvoorbeeld KNAUF SUPAFIL spouwmuurisolatie / wol.
Voor u de spouw laat vullen is het altijd verstandig om eerst een deskundige de spouw te laten inspecteren. Er mag namelijk niet te veel bouwafval in de spouw aanwezig zijn. Er is een tijd geweest dat metselaars het teveel aan ‘cpecie’ (metselmortel) in de spouw dumpte.
U spouw kan gevuld worden met Isolatieparels, isolatiekorrels, isolatie wol, Pur-isolatie en/of UF-isolatieschuim. In de gevel worden gaten geboord, middels een slang wordt dan onder druk het isolatiemateriaal in de spouw gespoten. De korrels bevatten tegenwoordig een lijm zodat ze aan elkaar hechten in de spouw en niet er uit waaien bij de eerste beste storm.
Laat u altijd door een vakman adviseren over wat voor uw spouw het beste is.
Isoleren van een oude steense of halfsteense muur.
Voor 1920 werd voor woningen vaak nog een steense muur toegepast en voor schuurtjes of bijgebouwen halfsteense muren.
Bij halfsteense muren is de kans op vochtige binnenmuren groter dan bij steense muren uiteraard (half steens is de kop breedte van een steen en bij steens wordt de lengte van de steen als de breedte van de muur ingezet (is 2x half steens).
Isolatie van de buitenmuur aan de binnenzijde van de woning:
Bij een half-steense of steense muur wordt vaak gekozen om isolatie aan de binnenkant van de muur aan te brengen. Tegen de muur komt een dampdoorlatende folie, vervolgens wordt er een houten frame / latten tegen de muur bevestigd, tussen de latten komt de isolatie. Als alle isolatie is aangebracht komt aan de binnenkant nog een afdichting, meestal gipsplaat maar dit kunnen ook andere (hout) platen zijn.
Isolatie aan de buitenkant van de buitenmuur
Ook komen er steeds mooiere oplossingen voor isolatie aan de buitenzijde, hoewel dit bedacht is om steense of halfsteense muren te isoleren kan het net zo goed nog voor een gevel met spouw worden geplaatst natuurlijk. Door middel van kunststof pluggen worden isolatie platen tegen de muur geschroefd. Deze isolatie platen zijn waterdicht maar dampdoorlatend. Vervolgens kan op deze platen met lijm steenstrips worden aangebracht, of met gaas en mortel een muur worden gestukadoord / stucwerk.
Foto: Op de buitenmuur is isolatie aangebracht, de isolatie wordt afgewerkt met lijm en steenstrips.
Zodat er weer een 'nieuwe stenen muur ontstaat voor het aanzicht'.
Foto: Deze mooie woning is voorzien van isolatie platen aan de buitenkant, over deze isolatie platen heen is stucwerk aangebracht !
Kosten en baten, besparing met isolatie verbetering
Uitgangspunt een woning met een Gebruikers Oppelvlak van 110 m² gebouwd tussen 1960 en 1975:
- Dak isolatie buitenzijde : Kosten € 4300,- , besparing per jaar op gas € 650,- **
- Isoleren spouwmuur: Kosten € 2000,-, besparing per jaar op gas € 550,-- **
- Isoleren kruipruimte: Kosten 2100,- besparing per jaar op gas € 200,-- **
** Let op, een en ander hangt ook o.a. af van uw ‘gedragspatroon’ en ‘stookgedrag’ deze bedragen zijn slechts ter indicatie maar wel realistisch te noemen.
Handigheidje van de energie ambassadeur; de breinaald methode
Thuis bent u waarschijnlijk niet in het bezit van een kleine telescopische camera om in uw spouw te kijken.
Vaak kun je met een breinaald al wat vaststellen; Zoek een opening in uw gevel zoals bijvoorbeeld een ventilatieopening of een opening net onder uw raam, boor desnoods een klein gaatje in een voeg.
Door een breinaald in te brengen voel je meestal waar en tot wanneer er extra weerstand is in de spouw met wat oefening kun je dan zelfs vaststellen of er schuim of glaswol in de gevel zit, of dat de spouw leeg is.
Je kunt ook voelen wanneer je op de binnenmuur komt. Door nu die afstanden te meten en op een hoek van de woning de dikte van de steen te bekijken of als er geen hoeken zijn een kopse kant van een steen te vinden, kun je zelfs de diepte van de spouw bepalen.